Grillen is eigenlijk hetzelfde als roosteren: je maakt je vlees gaar en bruin, onder of op een grill of barbecue. Voordelen: het smaakt extra lekker en je gebruikt weinig tot geen vet!
Zo gril je vlees
- Haal het vlees een half uur van tevoren uit de koelkast en dep het droog met keukenpapier.
- Warm de grill(pan), oven of barbecue altijd goed voor.
- Zout het vlees kort van te voren (maximaal 15 minuten), dit geeft het vlees extra smaak. Geen peper, dit verbrand en geeft een bittere smaak.
- Leg het vlees op of tussen de grill. Schrik niet: het vlees plakt eerst vast aan je pan of barbecue, maar het laat vanzelf los. Draai het dan pas om!
- Prik niet met een vork in het vlees, maar gebruik een spatel of tang.
- Gebruik een kerntemperatuurmeter als je deze hebt, dit geeft het perfecte resultaat. Het overzicht van kerntemperaturen vind je hier.
- Geen kerntemperatuurmeter? Geen nood, volg dan onze Mini Masterclass: Gaartepunt bepalen met de hand.
- Laat het vlees rusten losjes in aluminium folie of in een oven op 70 graden
- Let er bij gemalen vlees, zoals hamburgers en worstjes, op dat je het goed gaart. Dikkere stukken vlees, zoals worstjes, kan je ook eerst gaar maken in bouillon voor je ze grilt.
Contactgrill
Met een contactgrill gril je tussen twee geribbelde platen. Omdat de hitte van beide kanten komt, kan je de bereidingstijd halveren.
Grillpan
Een grillpan is een zware pan van geribbeld gietijzer die je vlees mooie bruine streepjes geeft. Gietijzer kan heel hoog worden verhit, dus je vlees verkleurt snel. Je hoeft geen olie in ene grillpan te doen, hooguit druppel je wat olie op het vlees. Spoel je grillpan na gebruik schoon met heet water en gebruik geen afwasmiddel. Dan ontvet je je grillpan te sterk en dat is zonde.
Hier lees je meer over steengrillen
Zo maak je een mixed grill thuis!
Bekijk onze recepten met gegrild vlees.