Op verpakkingen van levensmiddelen staat een ingrediëntenlijst, allergie-informatie, voedingswaarden zoals de gehaltes aan vetten, suikers en andere koolhydraten en eiwitten. Ook in de productieketen leggen de ondernemingen informatie vast op verpakkingen, labels, etiketten of in documenten.
Waarom etiketteren en labelen?
In toenemende mate willen consumenten geïnformeerd zijn over een product om keuzes te kunnen maken. Omgekeerd wil een producent graag zaken naar een gebruiker communiceren.
In wetgeving van de EU en van afzonderlijke lidstaten staat waaraan voedsel en voedselproductie moet voldoen. Speciale overheidsinstanties zien toe, dat producenten de regels naleven, zoals de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). Etiketteringseisen breiden zich steeds verder uit. Dat geldt niet alleen voor consumentenverpakkingen, maar voor leveranciers in een productieketen.
Het aanprijzen van producten is gebonden aan regels. Producenten moeten bij beweringen over de voedingswaarde en het gezondheidseffect van hun producten voldoen aan de voorwaarden van de Europese Claimsverordening. Dit geldt voor het etiket, voor advertenties, bij winkelpromoties en op websites.
Wat wordt geëtiketteerd?
In het Warenwetbesluit Etikettering van Levensmiddelen (WEL) staat welke informatie op etiketten moet staan, zoals de ingrediëntenlijst en de houdbaarheidsdatum. Etikettering is onder meer van belang voor:
- samenstelling en voedingswaarde;
- houdbaarheidsperiode van het product;
- traceerbaarheid van het product (batchnummer);
- opslag condities, zoals temperatuur, vochtigheid, ventilatie;
- aanwezigheid van mogelijke allergenen, zoals pinda’s;
- interactie met andere stoffen;
- risico’s voor de gebruiker (producten in hoge concentraties, zoals smaak- en reukstoffen, olie van kruidenextracten of andere geconcentreerde (natuurlijke) geur- en smaakstoffen;
- voeding- en gezondheidsclaims.
Vooral informatie over allergie veroorzakende voedingsmiddelen is van belang. Er zijn twaalf met name genoemde allergenen die zorgen voor 90% van de allergische reacties, die altijd moeten worden vermeld. Dit zijn: granen die gluten bevatten, vis, schaaldieren, eieren, pinda’s, soja, melk, zuivelproducten en lactose, noten, selderij, mosterd, sesamzaad, sulfieten.
Overige vermeldingen
Producenten, leveranciers en winkels prijzen producten aan. Het is echter verboden consumenten te misleiden. De gemiddelde consument moet de manier van presenteren kunnen begrijpen. Dit laatste moet dan aantoonbaar worden gemaakt met bewijzen.
Als basis geldt altijd dat etiketten van voedingsmiddelen niet misleidend mogen zijn. Om te verzekeren dat dit principe wordt gerespecteerd hebben de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de EU en nationale overheden codes vastgesteld. Ze staan alleen ‘goed gefundeerde en gerechtvaardigde’ claims toe.
Het Europees Parlement heeft medio 2010 aanvullende regels ingevoerd, met name voor zout, suiker, vet en verzadigd vet. Het doel is het toenemende overgewicht van Europeanen te helpen bestrijden. Inmiddels heeft het Parlement ook regels ingevoerd over het land van herkomst van vlees.
Producten die niet worden verpakt, hoeven van de EU geen label met de voedingswaarde-informatie te hebben. Uitzondering is de informatie over allergenen die in een product kunnen voorkomen.
Relevante informatie
Op etiketten van vlees kan naast de herkomstaanduiding en de code van de verwerkende bedrijven aanvullende informatie zijn vermeld. Bijvoorbeeld een houderij- of huisvestingsvorm, zoals scharrel- en biologisch vlees, het gebruik van een bepaald soort voer of het hebben van groepshuisvesting.
Basisregel is dat etikettering niet bewust misleidend mag zijn of onwaarheden mag claimen. Ook claims ten aanzien van de gezondheid mogen alleen onder strikte voorwaarden. Keurmerken zoals IKB (Integraal Keten Beheer) staan voor informatie die voor consumenten van belang kan zijn en mogen dus worden vermeld.
Consumenten moeten op voorverpakt (bewerkt) vlees kunnen zien welke hulpstoffen of producten zijn gebruikt. Alle ingrediënten moeten vermeld staan, in volgorde van gewicht. Op de verpakking moet de specifieke naam staan en in voorkomende gevallen ook het E-nummer.
Op een vleesproduct dat is samengesteld uit verschillende producten, vleessoorten en/of ingrediënten hoeft het land van herkomst niet meer te worden vermeld.
Etikettering in de keten
Elke stap in de productieketen van vlees gaat gepaard met controles. Dit begint bij de productie van gras, maïs, granen en andere ingrediënten voor veevoer. Op de verpakking van zaaizaad staat al welk ras het is en welke behandelingen het heeft ondergaan.
De productie van diervoer gebeurt in Nederland onder de gecertificeerde voorwaarden van GMP-Voer (Good Manufacturing Practice). Bij levering van grondstoffen moeten documenten worden afgegeven met de vermelding van de samenstelling en herkomst. Bij levering van grote hoeveelheden zoals vrachtwagen- of scheepsladingen, gebeurt dat via de vrachtbrieven of via elektronische systemen. Bij kleinere hoeveelheden worden verpakkingen gelabeld volgens geldende voorschriften.
Bij iedere voerlevering krijgt de boer een lijst van ingrediënten en de voedingswaarde met onder meer de hoeveelheid eiwit, energie, vochtgehalte, vitamines, calcium, vezels. Ook aminozuren zoals lysine en methionine moeten worden vermeld. In dit stadium is dat vaak uitgebreider dan wat consumenten terugvinden op de verpakking.
Eindproducten moeten voor verzending volgens schriftelijke procedures worden geïnspecteerd. Zo wordt verzekerd dat ze voldoen aan de specificaties. Van elke partij moet gedurende minimaal de gedefinieerde houdbaarheid van het product een representatief monster van een adequate afmeting worden getrokken en bewaard. De monsters moeten worden verzegeld en van etiketten voorzien. Ze moeten zo opgeslagen zijn, dat abnormale verandering wordt voorkomen, zodat vergelijkbare monsters beschikbaar blijven voor de autoriteiten.
Bij gebruik als veevoeder moet worden vermeld of (wettelijk toegelaten) GMO-producten zijn gebruikt. Het kunnen traceren van genetisch gemodificeerde gewassen of organismen is belangrijk bij een calamiteit. Zo kan in korte tijd worden nagegaan waar producten zich bevinden en kan de etikettering geverifieerd en gecontroleerd worden.
Wet – en regelgeving
Sinds 1990 is een EU-richtlijn van kracht waarin is vastgelegd waar aan voldaan moet worden bij het opstellen van een voedingswaarde declaratie op een etiket.
De Nederlandse regelgeving over etikettering van levensmiddelen is geregeld in het Warenwetbesluit Etikettering van Levensmiddelen (WEL), gebaseerd op de Europese Richtlijn 2011/1169/EG. De Nederlandse regelgeving over voedingswaardedeclaratie is geregeld in het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie. Dit is afgeleid van de Europese Richtlijn 90/496/EEG.
In Nederland wordt de etikettering van levensmiddelen besproken in het Regulier Overleg Warenwet, Deskundigenoverleg Etikettering van Levensmiddelen. In dit overleg komen de etikettering en de voedingswaarde declaratie en de allergenenvermelding aan de orde.
Op Europees niveau wordt etiketteren besproken in de EG-Commissiewerkgroep Etikettering en het onderwerp voedingswaardedeclaratie in de EG-Commissiewerkgroep Voedingswaardedeclaratie. Het Permanent Comité Voedselketen en Diergezondheid, sectie General Food Law, stelt vervolgens de door de EG-Commissiewerkgroepen voorgestelde aanpassingen vast.
EG-richtlijn nr. 2011/1169/EG schrijft de bepalingen voor waaraan voldaan moet worden bij het etiketteren van levensmiddelen.
De controle op de naleving van de claimsverordening ligt in ons land bij de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA).
De lekkerste recepten, winacties en meer ontvangen?
Schrijf je direct in: