Nederlands vlees bevat geen antibiotica. Het gebruik van antibiotica bij vleesvee is bij wet geregeld. Dieren kunnen worden behandeld met antibiotica als ze ziek zijn. Maar strenge Europese wetgeving zorgt ervoor dat er (vrijwel) geen resten van antibiotica meer aanwezig kunnen zijn in levensmiddelen. Er is namelijk een wachttijd ingesteld. Dieren die antibiotica hebben gekregen mogen worden geslacht als de wachttijd voorbij is. Het vlees van die dieren kan dan ook niet worden verkocht. Na de wachttijd zijn er praktisch geen resten antibiotica meer te vinden in vlees, vis, eieren of melk.
Controles op antibiotica
Antibiotica kan alleen gegeven worden op advies van een dierenarts, op het moment dat een dier ziek is. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert steekproefsgewijs of er antibiotica in vlees, vis, eieren en melk voorkomen. En of deze eventuele resten niet de wettelijke maximale hoeveelheid overschrijden. In Nederland komen nauwelijks overschrijdingen voor. (Bron: Voedingscentrum). De NVWA stelt vast dat nauwelijks antibiotica in vlees worden aangetroffen. En in elk geval niet boven de geldende, strikte limieten. De stichting Diergeneesmiddelenautoriteit (SDa) houdt toezicht op het verantwoord en veilig gebruik ervan in Nederlandse veehouderijbedrijven.
Antibiotica reductie
Antibiotica bestrijden ziekteverwekkers in het lichaam. Dierenartsen schrijven het (alleen) voor om zieke dieren te behandelen. Bacteriën kunnen in hun overlevingsdrang resistentie tegen antibiotica ontwikkelen. De middelen deren ze niet meer en zijn daardoor op termijn niet meer goed inzetbaar. Daarom hebben de bedrijfstakken (varken, rund, kalf en kip) in 2008 al afgesproken om tot een stevige vermindering te komen.
Dierenartsen en veehouders zijn zich bewust van het maatschappelijk belang van een terughoudend antibioticagebruik en nemen diverse maatregelen. Dierenartsen schrijven geen antibiotica (meer) voor aan gezonde dieren. Dat is verboden. Aan zieke dieren schrijven ze minder tot niets meer voor. Verder werken de arts en de boer samen met een bedrijfsbehandelplan. Zo werken ze aan het weerbaarder maken van de dieren, zorgen ze voor een lagere infectiedruk, voor het optimaliseren van het voer, hebben ze (nog) meer aandacht voor bedrijfshygiëne en zoeken ze alternatieven voor antibiotica.
Daarnaast staat centraal: een database voor de verplichte registratie van alle gebruikte middelen. Dit maakt het resterend gebruik van antibiotica én de bereikte resultaten in het terugdringen transparant. Verbeterpunten komen in beeld komen en veehouderijen kunnen worden vergeleken (benchmarking).
Kwaliteitssystemen
In aanvulling op de wetgeving en de sectorplannen verplicht het kwaliteitssysteem IKB de registratie van antibiotica (database). IKB schrijft verder voor, dat veehouders en dierenartsen samen werken op basis van de genoemde gezondheids- en behandelplannen om de gezondheidsstatus van het bedrijf hoog en het medicijngebruik laag te houden. Bedrijven met varkens, vleeskalveren en runderen werken met een ‘één op één relatie’ tussen boer en de (geborgde) dierenartsen.
In de varkenshouderij houden onder meer IKB Varken en Good Farming Star de derde en vierde generatie cefalosporinen en quinolonen (antibioticasoorten) uit de dierlijke keten. Het private programma Keten Duurzaam Varkensvlees (KDV) garandeert volledig vrij van antibiotica te produceren. Waarbij zieke dieren uiteraard wel behandeld worden en met moderne technieken uitgeselecteerd worden. In de kwaliteitsregeling IKB Vleeskalveren is onder meer afgesproken de zogeheten derde en vierde generatie die voor de humane gezondheidszorg van belang zijn, niet meer in te zetten bij dieren. Dat zijn de cefalosporinen, (fluoro)quinolonen en langwerkende macroliden.
Gebruik bij mensen
Er zijn veel soorten antibiotica, die in de regel specifiek zijn voor óf de dierhouderij, óf de humane gezondheidszorg. Middelen die voor beide van belang zijn (derde en vierde generatie middelen), heeft de veehouderij volledig uitgebannen om een mogelijke impact op de volksgezondheid te voorkomen. Deze zijn dus alleen nog beschikbaar voor mensen. Risico’s van resistentievorming voor de volksgezondheid komen met name nog door het gebruik van antibiotica in de (eigen) humane geneeskunde.
Internationaal
Het antibioticagebruik bij mens en dier en de resistentievorming is een wereldwijd vraagstuk, dat een internationale aanpak vergt. Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) heeft de inzet van veel antibiotica in Noord-Amerika en Europa bijgedragen aan resistentievorming. Mede onder aanvoering van Nederland wordt een kentering bewerkstelligd. De uitdaging licht vooral in Azië, waar een land als China goed is voor de helft van het mondiale gebruik van antibiotica. Denemarken heeft in 1996 het roer omgegooid. Antibiotica worden alleen nog op recept van de dierenarts door de apotheek verstrekt. Aanvankelijk leidde de stap tot meer biggensterfte, maar inmiddels boeken de Denen met alternatieve methodes goede resultaten.
Cijfers & Feiten
Al het gebruik van antibiotica wordt centraal geregistreerd in sectorale databases. De maatregelen hebben tot een forse reductie van antibioticagebruik in de veehouderij geleid. Deze reductie is gerealiseerd op basis van vrijwilligheid en zelfregulering. Sinds het peiljaar 2009 is het totale antibioticagebruik in Nederland met ruim 70% gedaald. Een grote meerderheid van de Nederlandse dierenartsen en veehouders hebben daar in betrekkelijk korte tijd voor gezorgd. Nederland liep binnen Europa voorop als het gaat om zorgvuldig beleid en management rondom het gebruik van antibiotica. Een aantal sectoren heeft sinds 2020 daarom een definitieve benchmark gekregen van de Diergeneesmiddelen Autoriteit (SDa). Deze benchmark geeft aan dat de sector een acceptabel gebruiksniveau heeft en verdere terugdringing door de SDa niet noodzakelijk wordt geacht wanneer een bedrijf onder de actiewaarde blijft.
Inmiddels is er ook op Europees niveau antibioticabeleid. Op aandringen van Nederland is in de Animal Health Regulation (EU-regelgeving) veel aandacht voor maatregelen voor zorgvuldig antibioticagebruik bij dieren. Zodat voor veehouders in de gehele EU gelijke spelregels zullen gelden. (Bron: LTO)
De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA, link) stelt vast dat er hoegenaamd geen antibiotica in Nederlands vlees worden aangetroffen en in elk geval niet boven de geldende limieten. Mede op basis hiervan benadrukt het Voedingscentrum in hun publieksvoorlichting, dat Nederlands vlees volstrekt veilig gegeten kan worden.
Bronnen en links:
- Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit (SDA)
- Kans op ESBL besmetting via veehouderij is klein
- Het Voedingscentrum
- Ministerie van Volksgezondheid (VWS)
- Ministerie van Volksgezondheid (VWS)
- Wageningen University en Research
- RIVM Vegastudie
Nieuwsberichten over antibiotica en vlees:
De lekkerste recepten, winacties en meer ontvangen?
Schrijf je direct in: