Duurzaamheid is hét thema in de Nederlandse vee- en vleessector. Vlees moet duurzaam geproduceerd worden: met oog voor het milieu, voor het grondstof- en energiegebruik en de omgeving. Dat geldt voor veehouderij tot en met de verwerkende bedrijven. Vlees kan alleen duurzaam zijn als het maatschappelijk verantwoord is geproduceerd.
Veelomvattend
Duurzaamheid gaat onder meer over dierenwelzijn, diergezondheid, voedselveiligheid, milieu, natuur, energie, arbeidsomstandigheden, hergebruik van restproducten en afval, het tegengaan van waterverspilling, de toepassing van hernieuwbare (= duurzame) energie en hergebruik van grondstoffen. Het gaat om respect en verantwoordelijkheid voor dier, mens en omgeving en om ‘zuinig zijn op onze planeet’, voorkomen dat natuurlijke hulpbronnen uitgeput raken en het klimaat ontregeld raakt.
De vee- en vleessector werkt aan verdere verduurzaming. Dat gebeurt met meerjarenafspraken met de overheid, maar ook afzonderlijk in de schakels van de vee- en vleesketen en door individuele bedrijven. Bij de bedrijven in de vleessector liggen de accenten anders dan bij veehouderijbedrijven. De verdere verduurzaming van vee en vlees omvat het diervoer, de stallenbouw tot het grootbrengen van vleesvee, het transport, de slacht en de verwerking van vee tot vlees.
In alle schakels worden verdere verbeteringen van de duurzaamheid en vermindering van de milieudruk gerealiseerd. Dat gebeurt (nog) efficiënter te werken, door de introductie van nieuwe, brandstof- en waterbesparende technieken en maatregelen, door slim hergebruik van warmte en toepassing van hernieuwbare energiebronnen.
Maatschappelijk Verantwoord
De duurzaamheid van de sector betekent ook dat van een varkenskarkas niets verloren gaat. Elk onderdeel krijgt een bestemming. Zo levert het varken grondstof voor uiteenlopende producten: van gebruiksartikelen en sieraden tot medicijn. Varkensvet is bovendien grondstof voor biogas en biodiesel.
Naast leverancier van lekker voedsel is het ook een belangrijke bron voor dierlijke grondstoffen voor talloze doeleinden, als bron van werkgelegenheid, maar ook als spil in de mineralenkringloop.
Diervoer bestaat grotendeels uit plantaardige restproducten uit de voedselindustrie die voor menselijke consumptie niet (meer) geschikt zijn, maar wel waardevolle voedingsstoffen bevatten. Via het varken en het vlees komt dat alsnog beschikbaar als (hoogwaardig) voedsel voor de mens. Ook bij andere landbouwhuisdieren, zoals het rund, het kalf en het schaap, is dat zo. In het krachtvoer voor deze dieren zitten restproducten uit de voedselindustrie.
Dierlijke mest is tenslotte voedingsstof voor gewassen en grondstof voor duurzame energie (biogas). Verdere verduurzaming van de vee- en vleessector gaat deels ook over de vraag hoe mineralen in de kringloop efficiënter benut kunnen worden. En hoe het varken, het kalf en het rund nog meer kunnen bijdragen aan een biobased economy, waarin biologische en dus hernieuwbare grondstoffen fossiele en chemische grondstoffen helpen vervangen.
Duurzame ontwikkelingen
In de loop der jaren zijn aspecten rond het maatschappelijk verantwoord produceren steeds verder uitgebreid. Voortschrijdende wetenschappelijke inzichten, nieuwe onderzoeksresultaten, ervaringen uit de praktijk, uitvindingen en technologische innovaties zorgen, dat grenzen voortdurend opschuiven.
Vooruitgang geldt voor het voer, de stalinrichting, beperking van ammoniakemissie, mestverwerking, het gebruik van dierlijke warmte als energiebron, de toepassing van digitale technieken om welzijn van dieren verder te vergroten, de verbetering van methoden om erfelijke eigenschappen bij dieren op te sporen en te analyseren, het transport van dieren en de ontwikkeling van energie- en waterbesparing in vleesverwerkende bedrijven.
De Praktijk
Verdere verduurzaming gaat stapsgewijs. Of het nou gaat om de veehouderij of een slachterij of vleesverwerker: aanpassing van de bedrijfsvoering kost tijd. Zeker als met verduurzaming investeringen zijn gemoeid en de bedrijfsvoering moet worden veranderd én maatregelen gevolgen hebben voor de (internationale) concurrentiepositie. Sommige maatregelen kunnen alleen met andere schakels in de keten. Vandaar ook, dat de vee- en vleessectoren met de overheid meerjarenafspraken hebben gemaakt, bijvoorbeeld rond het gebruik van energie, water en antibiotica.
De Wet
De normen voor duurzaam produceren zijn vastgelegd in Nederlandse en Europese regelgeving en betreffen dierenwelzijn, diergezondheid, voedselveiligheid, milieu en arbeid. Duurzaamheidsaspecten liggen ook vast in de bovenwettelijke kwaliteitseisen en kwaliteitsborgingssystemen, die de vee- en vleessector (al) in de jaren ’80 van de vorige eeuw heeft opgezet. Deze basisnormen zijn sindsdien verder uitgebreid en aangescherpt. Zowel de varkenssector, de rundvleessector en de vleeskalversector hebben zo’n borgingssysteem (IKB en SKV).
Sommige vleesverwerkende bedrijven hebben verdergaande criteria. Onder meer voor biologisch en scharrelvlees hanteren bedrijven extra regels waar de productie aan moet voldoen. Zo heeft de marktleider in Nederlands varkensvlees het Good Farming-concept. Varkenshouders hanteren binnen dit concept extra regels op het gebied van het dierenwelzijn en de diergezondheid. Ook varkenshouders die deelnemen aan Keten Duurzaam Varkensvlees (KDV), hanteren specifieke regels op het gebied van duurzaamheid (Milieukeurmerk). In de kalversector richten kalverhouders, die werken volgens het Peter’s Farm systeem, zich op aanvullende eisen op het gebied van duurzaamheid.
Duurzaam, duurzamer, duurzaamst
Het winkelschap biedt volop keuze aan vlees en vleesproducten met (extra) duurzaamheidskenmerken. Afgelopen jaren hebben diverse marktconcepten het licht gezien. In willekeurige volgorde: Good Farming Star, Peter’s Farm Kalfsvlees, VITEL-oké kalfsvlees, Vlees Beter, Milieukeur, Keten Duurzaam Varkensvlees (KDV), Keten Duurzaam Rundvlees (KDR), LIVAR (Kloostervarken), Vair, Frievar, Lupinevarken, Heydehoeve, Buitengewone Varkens en andere thema- of streekgebonden producten. De lijst is niet volledig. Zie ook ons thema ‘trends in vlees’
Er is inmiddels heel veel aanbod en keuze, ook in keurmerken. Sommige keurmerken gaan alleen over dierenwelzijn, andere over milieu. Maar wat goed is voor het dierenwelzijn, is niet per definitie het beste voor het milieu. Wat er niet is, is een algemeen waarderingssysteem, waarin alle aspecten van duurzaamheid inzichtelijk zijn gemaakt, zodat de consument op basis hiervan een bewuste aankoopkeuze kan maken. Voor het dierenwelzijnsaspect heeft de Dierenbescherming in Nederland het Beter Leven-systeem opgezet en geïntroduceerd. Het helpt de consument in de winkel bij het maken van een keuze in het aanbod aan bijvoorbeeld varkensvlees en kalfsvlees.
‘Varken van Morgen’
De Nederlandse vee- en vleessector wil toe naar een normering voor duurzaamheid. De organisaties hebben daarom voor varkensvlees een systematiek ontwikkeld om duurzaamheid voor de consument integraal inzichtelijker en tastbaarder te maken. Dit ‘Varken van Morgen’ vormt de nieuwe maatstaf, die de consument helpt kiezen voor een duurzaam, maatschappelijk verantwoord product.
Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij
Overheid en bedrijfsleven hebben hun streven naar versnelde verdere verduurzaming van de productie vastgelegd in het convenant ‘Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij’. Hierin werken het ministerie van Economische Zaken en het IPO (de provincies) samen met diverse partijen uit de sector (LTO (veehouderij), COV (vlees), NZO (zuivel), Nevedi (diervoer) en Rabobank en NGO’s (Dierenbescherming, Natuur en Milieu). Het doel is een integraal duurzame veehouderij in 2023. Zo liggen er breed gedragen afspraken rond het borgen van het proces naar verdere verduurzaming van de veehouderij in 2023. In het kader van de uitvoeringsagenda is onder meer een Maatlat Duurzame Veehouderij ontwikkeld, waarmee veehouders de duurzaamheid van hun bedrijf kunnen toetsen en verbeteren. Zie ook het thema duurzame veehouderij.
Schone en zuinige agrosectoren
De landbouw- en de tuinbouwsector heeft eind 2010 met de overheid en brancheorganisaties als Nevedi (de diervoederbranche), FNLI (de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie), het Platform Agrologistiek en de Vereniging Platform Hout het convenant ‘Schone en zuinige Agrosectoren’ afgesloten. In het convenant zijn concrete doelstellingen voor 2020 afgesproken, zoals:
- 2% energiebesparing per jaar;
- 30% broeikasgasreductie;
- 200 Petajoule duurzame energie; uit covergisting van mest, vergisting van reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie, windenergie.
Internationaal
De verduurzaming van de vee- en vleessector reikt over de grenzen. De vee- en vleessector is een internationaal georiënteerde, exportgerichte sector. Veel van wat in Nederland wordt ontwikkeld, vindt navolging in het buitenland, of wordt omgezet in EU-regelgeving.
De lekkerste recepten, winacties en meer ontvangen?
Schrijf je direct in: