De vleesproductie is gekoppeld aan het slachten van dieren. Dit moet zo zorgvuldig en zo stressvrij mogelijk gebeuren en met respect voor het dier. Correct en zorgvuldig werken is nodig voor het dier, maar ook voor de kwaliteit van het vlees. Immers: een dier met weinig stress bij het slachten levert de beste vleeskwaliteit.
De wet schrijft voor dat dieren moeten worden verdoofd voor ze worden geslacht. De wet zegt ook dat de verdoving direct bewusteloosheid en/of zo min mogelijk angst, pijn en stress bij de dieren moet veroorzaken. Een dier moet bewegingsloos zijn, zodat de snee in de halsslagader snel en goed kan worden uitgevoerd en het bloed het lichaam goed kan verlaten. Een derde eis is dat de verdovingsmethode geen schade mag aanrichten aan de vleeskwaliteit.
Het slachtproces gebeurt in twee stappen. Eerst wordt een dier buiten bewustzijn gebracht (verdoofd). Direct aansluitend wordt een snee aangebracht in de halsslagader. Het bloed verlaat het lichaam en leidt dan direct tot een pijnloze dood.
De Nederlandse vleesindustrie laat al tientallen jaren onderzoeken wat de beste methode is van verdoven vóór een dier wordt geslacht. De tot nu toe gehanteerde verdovingsmethodes hebben voor- en nadelen.
Elektrisch verdoven
Nederlandse varkensslachterijen gebruiken twee methodes om de dieren kort vóór het slachten buiten bewustzijn te brengen: de elektrische verdoving (een sterke stroomstoot) en de verdoving met het CO-2 gasverdovingsmiddel (anesthesie). Beide methodes zijn na onderzoek door de Europese Unie goedgekeurd en wettelijk toegestaan en worden internationaal toegepast.
Bij een elektrische verdoving krijgt elk varken een stroomstoot zodat het dier direct het bewustzijn verliest. Dit is een proces dat individueel bij elk varken gebeurt. Het dier wordt min of meer van de groep gescheiden. Via een smalle gang komen de varkens achter elkaar bij het verdovingsapparaat.
Als een varken wordt afgescheiden van de groep geeft dat stress. De tijdsduur hangt af van het verloop bij het verdoven en het slachten. Gemiddeld is dat enkele tientallen seconden. Deze methode van verdoven heeft een licht nadeel voor de vleeskwaliteit doordat de stroomstoot plaatselijk kan leiden tot bloedpuntjes in het vlees.
Verdoving met CO2
De tweede verdovingsmethode gaat met een gasmengsel met CO2. De varkens blijven in deze situatie bij elkaar in de groep. Dat beperkt de stress van elk varken. De groep gaat met een lift naar een ruimte met het CO2-mengsel. Het contact met de stoffen geeft een stressmoment. Na zo’n 10 tot 20 seconden is het dier buiten bewustzijn. Direct daarna vindt het slachtproces plaats. Vlees blijft onbeschadigd.
In Nederland is onderzoek gedaan naar welzijnsaspecten bij anesthesie met een CO2 gasmengsel. Diverse concentraties CO2 in het gasmengsel en de effecten op het dier zijn vergeleken. Tijdens de verdoving is gekeken naar de verandering in hartslag gedurende de tijd van het verdoven. De onderzoekers vonden geen noemenswaardige verschillen. Wel kunnen dieren tijdens de periode van verdoving last hebben van prikkelingen in de luchtwegen.
Beide methodes voldoen aan de wet en zijn door de EU goedgekeurd.
Nederlandse en internationale situatie
Het verdovingsproces bij slachterijen staat onder continue controle om te zorgen dat ongewenste situaties worden voorkomen. Slachterijmedewerkers die deze werkzaamheden uitvoeren hebben een speciale opleiding gevolgd. De slachterijen zijn daarnaast voortdurend bezig om hun slachtproces te optimaliseren en aan te passen aan de nieuwste wetenschappelijke inzichten en ontwikkelingen. Ook onderzoeksinstituut Animal Sciences Group van Wageningen Universiteit onderzoekt verdovings- en dodingsmethodes van (slacht)dieren.
In Europa worden dezelfde methodes voor verdoven en doden van (slacht)dieren toegepast als in Nederland. In alle lidstaten gelden dezelfde wettelijke eisen.
Ontwikkelingen
De Nederlandse vleesindustrie investeert continu in onderzoek om productieprocessen te optimaliseren. De wensen van de samenleving vormen de leidraad. Er is internationaal onderzoek gaande naar het gebruik van andere gassen voor verdoving.
Belangrijkste voorwaarde blijft uiteraard de veiligheid voor de consument. Bij slachtdieren mogen alleen ‘lichaamseigen’ producten worden gebruikt. Er mogen geen restanten van verdovingsmiddelen in het vlees achterblijven.
Kosjer en halal
In Nederland worden dieren in principe eerst verdoofd en dan geslacht. Een uitzondering vormt het slachten van (kleinere aantallen) runderen en schapen onder de noemer kosjer (joods) en halal (islam). Varkens vallen er per definitie buiten.
Kosjer algemeen
De term Kosjer wordt gebruik om aan te geven dat voedsel geschikt is voor consumenten met een Joods geloof. Vlees is alleen Kosjer als het ritueel is geslacht. Varkensvlees en bloed zijn per definitie niet Kosjer. Ook moeten bepaalde producten van elkaar gescheiden blijven. Zo mogen borden en bestek van vlees nooit voor melkproducten worden gebruikt. Niet toegestaan voedsel wordt aangeduid als Trefah.
Halal algemeen
De term Halal (letterlijk: rein) wordt gebruikt om aan te geven dat voedsel geschikt is voor (gelovige) moslims. Vlees dient aan eisen te voldoen om Halal te kunnen zijn, bijvoorbeeld rond de wijze van slachten. Tegenover Halal staat Haram (onrein). Dit is voedsel dat voor moslims niet rein is. Dat geldt volgens de leer in ieder geval voor al het varkensvlees.
Slachtmethode
Joodse overtuigingen schrijven voor, dat de runderen en schapen – vanuit respect voor het dieren – zo pijnloos mogelijk, maar zonder verdoving dienen te worden geslacht. Dit dient te gebeuren door de toediening van halssnedes. Bij Kosjer én bij Halal dient het dier levend (bij bewustzijn) geslacht te zijn. Volgens diverse organisaties mag verdoven echter wel als het omkeerbaar is. Dat wil zeggen dat het dier niet overlijdt als gevolg van de verdoving.
Wet- en regelgeving
In Nederland is er discussie over het welzijn van die dieren, die de slacht onverdoofd ondergaan. Het is niet bekend hoeveel dieren het betreft, maar dat is vermoedelijk minder dan 1%. De Wageningen Universiteit (2008) heeft voor het (voormalige) ministerie van Landbouw (met buitenlandse gegevens) de welzijnsaspecten in kaart gebracht. De WUR stelt, dat slachten zonder verdoving op punten nadeliger is voor het welzijn. Zo is het lastig om grotere dieren, zoals runderen goed te kunnen fixeren (vastzetten) om de halssnede vakkundig te kunnen toepassen, dat wil zeggen direct door beide halsslagader. Als beide niet goed genoeg gebeuren, leidt dit tot stress bij de dieren.
De halssnede kan pijnprikkels geven en een gevoel van verstikking. Ook kan het zijn dat dieren iets langer bij bewustzijn blijven, dan bij verdoofd slachten, waarvoor overigens ook geldt dat processen van fixatie en verdoving met zorg dienen te gebeuren. De WUR beveelt aan verbeteringen aan te brengen in slachtlocaties en fixatieapparatuur, en te werken aan de deskundigheid van slachtpersoneel. Ook doet de WUR aanbevelingen aan religieuze organisaties om vormen van bedwelming toe te staan, bijvoorbeeld direct na de halssnede. Tenslotte stelt de WUR, dat gekeken moet worden naar Europa wat betreft de import en voor internationale regelingen voor een keurmerk.
EU regelgeving (93/119/EC) staat slachten zonder bedwelming (verdoving) toe, als een geloof dat verplicht. Naar aanleiding van discussie over het ritueel slachten heeft de Nederlandse overheid een convenant gesloten met geloofsorganisaties en de betreffende bedrijven over werkwijzen die recht doen aan religieuze overtuigingen én het dierenwelzijn.
Bronnen
- Schwencke, K.z.j., Voedsel en Religie – Jodendom
- Ritueel slachten en het welzijn van dieren, AnimalScience Group Wageningen UR, Kijlstra en Lambooij, September 2008.
De lekkerste recepten, winacties en meer ontvangen?
Schrijf je direct in: