De term halal (letterlijk vertaald: rein/toegestaan) wordt gebruikt voor voedsel dat voldoet aan de Islamitische wetten. Tegenover halal staat haram (onrein/verboden). Dit geldt volgens de leer in ieder geval voor varkensvlees.
Vlees dient aan bepaalde eisen te voldoen om halal te kunnen zijn, zoals eisen aan de wijze van slachten. Dit houdt onder meer in dat het dier door een belijdende moslim met een scherp mes gesneden moet worden, met halssnede in een vloeiende beweging. Dit wil niet zeggen dat het dier volledig bij bewustzijn is. Meestal wordt er een omkeerbare verdoving gegeven. Indien dieren volledig onbedwelmd worden geslacht, moeten ze worden bedwelmd als ze binnen 40 seconden nog niet buiten bewustzijn zijn. Er houdt altijd een dierenarts van de NVWA toezicht op het snijden en om te zien of ieder dier binnen 40 seconden wordt bedwelmd.
Op veel vlees van dieren die geslacht zijn volgens de Islamitische wetten, staan halal keurmerken. Diverse organisaties houden toezicht op het proces en keuren halal vlees en vleesproducten.