Onderzoekers doen pogingen om op kunstmatige wijze vlees te maken, zodat er geen gebruik gemaakt hoeft te worden van landbouwdieren.
Nederlandse wetenschappers lopen op dit gebied weliswaar voorop en er lopen veel initiatieven, maar er is geen echt zicht op de haalbaarheid om dergelijke vleesachtige producten op enige schaal te kunnen produceren. Bovendien is het van groot belang of markt en maatschappij het kweekvlees of de kunstmatig geproduceerde vleesproducten wel willen accepteren, kopen en nuttigen. Tenslotte spelen naast ethische vraagstukken de (hoge) kosten een rol.
Kweken van vlees
Kunstmatig gekweekt vlees heeft diverse benamingen: sommigen noemen het in-vitro vlees, diervrij vlees, nepvlees, namaakvlees of kweekvlees, wat hier zal worden gehanteerd.
Onderzoekers die kunstmatig vlees proberen te maken, doen dat door het (laten) vermeerderen van losse cellen. De wetenschappers maken gebruik maken van spiercellen, maar ook van embryonale stamcellen. Onder de juiste omstandigheden kunnen deze zich vermeerderen. Het resultaat is een soep van spiercellen. De vermeerderde cellen worden gescheiden van de gebruikte voeding, zodat een vlezige massa ontstaat. Op termijn is het denkbaar dat cellen mogelijk kunnen worden gekweekt op een soort afbreekbare structuur, zodat een eenvoudige vorm van materiaal met een vleesachtige structuur kan ontstaan. Momenteel lijkt het nog niet mogelijk een lapje vlees te laten ‘groeien’.
Echt vlees is complexer dan de huidige stand van zaken in het onderzoek naar kweekvlees. Vlees is meer dan een clustering van cellen. Het bestaat uit diverse soorten materiaal: spierweefsel, bindweefsel, vetten, verschillende eiwitsamenstellingen enzovoorts. Kunstmatig vlees vergt nog het nodige onderzoek voordat het als volwaardig voedingsmiddel op de markt kan worden gebracht. Het gaat bij kweekvlees bovendien naast de maatschappelijke acceptatie van het product ook om cruciale succesfactoren op de markt zoals de eetkwaliteit (bite, smaak en malsheid), de beleving en de variatie in producten en bereidingen.
Om kunstmatig gekweekte vleesproducten te kunnen laten groeien is voeding nodig. Hierbij denken onderzoekers onder meer aan algen. Die kunnen voeding leveren voor de cellen. In formele zin is het nieuwe product vlees, omdat het met vleescellen wordt gemaakt. Gezien de productie en de voedingsstof (algen) kan het eerder als plantaardig worden betiteld, vinden onderzoekers van Wageningen Universiteit en Research Centre (WUR).
Voor- en nadelen
Het kweken van weefsel is in de medische wetenschap al geruime tijd gaande en met redelijk succes. Een bekend voorbeeld is het maken van huidweefsel wat onder meer (tijdelijk) kan worden gebruikt bij brandwonden (totdat het wordt afgestoten). Ook de kweek van spierweefsels en nieren is op beperkte schaal mogelijk.
Voorstanders van kweekvlees wijzen erop dat er geen dieren meer nodig zijn voor het maken van vlees. Plantaardige grondstoffen zouden efficiënt kunnen worden omgezet in meer hoogwaardige eiwitten. Wetenschappers (WUR) stellen verder, dat voor dezelfde hoeveelheid voedsel substantieel minder land en water nodig zijn.
Een nadeel van (eventueel) kweekvlees is het gebruik van (embryonale) stamcellen. Een ander mogelijk bezwaar kan de kostprijs zijn. In het huidige stadium is sprake van zeer hoge kosten mede vanwege de speciale voedingsbodem die moet worden gebruikt. Om consumenten een betaalbaar (en geaccepteerd) product te kunnen leveren, dient goedkopere grondstof gevonden te worden. Tenslotte is het zeer de vraag of de eetkwaliteit (de bite & het mondgevoel), smakelijkheid, variatie en diversiteit van vlees ooit kan worden bereikt met een kunstmatig product.
Voedselveiligheid
Bij het maken van kweekvlees wordt (in principe) geen gebruik gemaakt van dieren, zodat er geen vraagstukken zijn rond het beheersen van dierziektes. Bovendien zou de kans op die dierziektes, die overdraagbaar zijn op mensen kunnen verminderen. Daar staat tegenover dat het kweken van vleesweefsel plaats zou vindt onder omstandigheden, waar ziekmakende organismen in de regel ook goed gedijen. Dus dienen zeer hoge kwaliteitseisen te worden gesteld aan een (steriele) productieomgeving en garanties voor de voedselveiligheid.
Ethische aspecten
In Nederland (binnen de WUR) vindt discussie plaats over de ethische aspecten rond kweekvlees. Enerzijds wordt als voordeel gezien dat geen dieren worden gebruikt, weinig land en energie nodig is en er geen mest wordt geproduceerd. Anderzijds wordt gewezen op het omstreden gebruik van levende (stam)cellen en het inzetten van een geheel nieuwe technologieën bij de voedselproductie en dus de acceptatie.
Stand van zaken
Al in de jaren ‘50 opperde de Nederlander Willem van Eelen het idee om kunstmatig vlees te maken. Het concept van stamcellen en in-vitro weefselkweek was echter nog niet ontwikkeld. Pas in 1999 werd het concept gepatenteerd. In 2004 is een samenwerking gestart tussen de universiteiten van Eindhoven, Amsterdam en Utrecht, in combinatie met private ondernemingen uit de vleessector.
De Universiteit van Utrecht (UvU) doet samen met de WUR onderzoek naar in-vitro vlees. Nederland loopt voorop, maar ook in andere landen (Noorwegen, Duitsland, Israel en de VS) wordt gekeken naar mogelijkheden om kunstmatig vleescellen te kweken. Momenteel moeten nog tal van moeilijkheden worden overwonnen, zoals de juiste aansturing van de stam- of spiercellen. Vanwege de forse ontwikkelkosten is het volgens de onderzoekers essentieel dat de overheid bijdraagt. Voor het bedrijfsleven zijn de kosten en baten erg hoog en te onzeker om het risico te dragen.
Ontwikkelingen
Om de productie van kweekvlees op enige schaal rijp te kunnen maken voor de praktijk, is nog veel basaal onderzoek nodig, met aanzienlijke investeringen. Zo is onderzoek nodig om een manier te vinden om spiercellen in de gewenste ‘richting’ te laten groeien. Bovendien moet worden gezocht naar methoden om voldoende stamcellen te krijgen en te kunnen vermeerderen. Daarbij is het van groot belang om te kijken hoeveel energie deze productiewijze kost om daadwerkelijk duurzamer te kunnen zijn. Recente onderzoeken stellen dat ter discussie, omdat er immers ook veel energie nodig is om het gehele kweekproces op grote schaal uit te rollen.
Als al die stappen zijn genomen – en productie op redelijke schaal kan plaatsvinden – hangt het nog altijd van de consumentenacceptatie af of kunstmatig vlees ook als lekker wordt ervaren en kan concurreren met het huidige, zeer gevarieerde aanbod aan vleessoorten en vleesproducten en in de markt dus enigszins succesvol kan zijn.
Links
Wel / niet /vlees /kweekvlees, Wageningen Universiteit, 2013
Onderzoek beleving kweekvlees, Flyecather Maastricht
Focus Wetenschap (2010), Youtube, in gesprek met prof. Post
Artikel Scientas, over al dan niet duurzamer zijn van kweekmethode
Over de klimaat-impact van het kweken van vlees
Altijd de laatste tips & tricks, feiten en nieuws over vlees ontvangen?
Schrijf je dan snel in!