Kweekvlees is voor veel mensen bepaald geen alternatief voor echt vlees. Volgens een Amerikaans onderzoek vinden mensen het product onnatuurlijk en willen ze het meestal niet eens proberen.
Al meer dan twintig jaar staat kweekvlees op het punt van doorbreken. Dat is echt vlees, waar geen dier voor geslacht hoeft te worden. Het wordt gemaakt uit stamcellen van een dier en een groeimiddel. Een echte doorbraak is er niet. Dit komt door de hoge prijs van het vlees en de strenge regels voor marktintroducties van dit soort nieuwe voeding. Daar komt nog een ander belangrijk probleem bij: consumenten vinden kweekvlees onsmakelijk.
Onderzoekers van de Universiteit van Californië vroegen 1587 proefpersonen, vegetariërs en vleeseters, om kweekvlees te proeven. Vooral de vegetariërs, een belangrijke doelgroep voor dit product, wilden het niet eens proberen. Iets meer dan de helft weigerde het te consumeren. Ook de vleeseters hadden grote moeite met het kweekvlees; 35 procent wilde niet proeven.
Alle proefpersonen hadden van tevoren te horen gekregen hoe kweekvlees tot stand komt. Het meest gehoorde argument om niet te proeven was dat het om een ‘onnatuurlijk’ product ging. Door kweekvlees bij proefpersonen te beschrijven als echt vlees, steeg het aantal mensen dat wel wilde proeven. Een conclusie is, dat mensen echt walgden van het idee om kweekvlees in hun mond te steken.
De onderzoekers schrijven in het Journal of Environmental Psychology dat de fabrikanten van kweekvlees een flinke klus hebben om het product geaccepteerd te krijgen en het publiek te overtuigen.