Dioxine is een verzamelnaam van een paar honderd stoffen. Dioxines komen overal in de natuur voor en ontstaan bij het onvolledig verbranden van onder andere hout of van PVC. Door ongevallen, onzorgvuldigheden of door opname uit de omgeving kunnen dioxines terecht komen in diervoer, in het vee of uiteindelijk in het vlees.
Uit voorzorg (een aantal dioxines is giftig en/of kankerverwekkend) worden voedingsmiddelen zoals diervoer en vlees gecontroleerd. Als de norm mocht worden overschreden, dan worden veevoer, vee en vlees uit het productieproces gehaald.
Het begrip dioxine is een verzamelnaam voor honderden stoffen, waarvan 2,3,7,8-tetrachlorodibenzo-p-dioxine (TCDD) het meest giftig is. Ook polychloorbifenyl (PCB) wordt onder de dioxines gerekend. Net als TCDD grijpen PCB’s in op de biochemie van een levende cel. Daarom worden ze in een gelijke groep gezet. De schadelijkheid verschilt per type. Alle dioxines worden daarom omgerekend naar een zogeheten toxisch equivalent (TEQ).
Voorzorg
De risico’s van het innemen van dioxines zijn nog niet precies bekend. Uit voorzorg is het beleid erop gericht om de gemiddelde blootstelling zo laag mogelijk te houden. Temeer omdat dioxine in vetweefsels kunnen worden opgeslagen. Een korte tijd van licht verhoogde belasting levert geen problemen op. Op basis van onderzoeksgegevens is in de wettelijke normen een extra veiligheidsmarge ingebouwd van een factor honderd. Om risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten worden uit voorzorg voedingsmiddelen en dus ook diervoer en vlees, zorgvuldig gecontroleerd en worden lage normen gehanteerd.
Het schadelijk effect van dioxines verschilt tussen mensen en dieren en per diersoort. Bij sommige dieren kan blootstelling aan een paar miljardste gram dioxine per kilogram lichaamsgewicht per dag (nanogram TEQ/kg/dag) al prenatale sterfte en verminderde vruchtbaarheid veroorzaken.
Bij mensen kunnen hoge doses binnen enkele weken of maanden leiden tot huidaandoeningen, leverschade, veranderingen in het afweersysteem en psychische aandoeningen. Bij hogere doses en chronische blootstelling zijn dioxines mogelijk kankerverwekkend, maar dit is nog niet onomstotelijk vastgesteld.
Oertijd
Dioxine ontstaan niet alleen bij industriële chemische processen, maar worden ook in de natuur gevormd door witrotschimmels. Deze groeien op dood hout en produceren er dioxines. Ook sSlecht werkende open haarden, bosbranden en vulkaanuitbarstingen zijn natuurlijke bronnen van dioxine. Deze ontstaan dus bij verbranding in aanwezigheid van koolstof, chloor en (te weinig) zuurstof.
Dioxines zijn terug te vinden in bepaalde bodemlagen, bijvoorbeeld in kalkafzettingen. Daarom wordt kalk dat aan (dier)voeding wordt toegevoegd, onderzocht op dioxine. Ook voor cosmetische toepassing moet speciale kalk worden gebruikt. Kalk voor industriële toepassing, zoals in de bouw of productie van keramiek kent minder strenge normen.
Echte PCB’s komen wel uit industriële productieprocessen. Ze werden onder meer gebruikt in transformatoren. Sinds 1985 is er een verbod op de productie van deze PCB’s.
Controles
Dioxines komen voor in heel kleine hoeveelheden. Dat maakt het extra moeilijk om ze op te sporen. Daar komt bij dat de onderzoeksmethode ingewikkeld en kostbaar is. Dioxines komen vaak voor in combinatie met PCB’s, die makkelijker te analyseren zijn.
Bij standaardcontroles wordt daarom in eerste instantie gezocht naar PCB’s. Als het gaat om zuivere dioxine, wordt dit via standaardonderzoek niet direct duidelijk. Dioxines stellen producenten van voeding, zoals vleessectoren vaak voor verrassingen door uit onverwachte hoek op te duiken. Onderzoeksmethodes en controles worden aangepast aan de steeds verder verbeterde kennis over dioxines.
In Nederland
In de EU en dus ook in Nederland is de ‘toegestane dagelijkse inname’ (TDI) vastgesteld op 10 picogram TEQ per kilogram lichaamsgewicht. Die hoeveelheid kunnen mensen langere tijd zonder risico voor de gezondheid binnen krijgen. Door gerichte maatregelen is de blootstelling aan dioxines/PCB’s afgelopen jaren afgenomen. De norm voor melk van koeien ligt op drie nanogram. Nederlandse moedermelk bevatte in de jaren ’90 gemiddeld 68 nanogram TEQ per kilogram melkvet. De laatste jaren zijn ook deze gehaltes afgenomen. In de praktijk worden bij jonge kinderen (ouder 3,5 jaar) geen schadelijke effecten gevonden van de blootstelling aan dioxineachtige stoffen via moedermelk.
Internationaal
Wetgeving over dioxines en PCB’s is gebaseerd op Europese regelgeving (2002). Een combinatie van maatregelen is ingevoerd om de druk op het milieu te verminderen. Sinds 2001 zijn Europese normen vastgelegd voor de maximum hoeveelheid dioxines in voedingsmiddelen en de maximaal toegestane dagelijkse inname.
Incidenten
In juli 1976 explodeerde een chemische fabriek in Seveso (Noord-Italië) waarbij veel dioxine vrij kwam en waaraan ruim 35.000 omwonenden zijn blootgesteld. Zo’n 200 mensen kregen te maken met brandwonden en huiduitslag. Na enkele maanden, soms na enkele jaren, waren zij genezen. Ruim 20 jaar is de gezondheid van de bevolking gevolgd, maar er is geen belangrijke verhoging vastgesteld van het sterftecijfer of van het totaal aantal kankers.
In 1999 bleken in België kippen besmet met dioxines die 500-1000 keer boven de toegestane norm lagen. Alle producten die een relatie met deze kippen hadden (de kippen, eieren, mayonaise, koekjes, pasta) zijn uit omloop gehaald. De besmetting bleek terug te leiden naar het diervoer waarin verontreinigde vetten waren verwerkt. Het onderzoek is vervolgens gereorganiseerd en het aantal controles sterk uitgebreid.
Dioxines ontstaan bij het verbranden van (vochtig) hout of bij het drogen van producten met rookgassen. In Duitsland gebeurde dit in 2002 bij het verwerken van oud brood als ingrediënt voor varkensvoer. Door een samenloop van omstandigheden bleek dioxine in het meel terecht te zijn gekomen. Een terughaalactie voorkwam dat varkensvlees met te hoge gehaltes dioxine op de markt kwam.
Eind 2005 bleek bij een controle van varkensvoer in Nederland, dat in dierlijk vet een te hoog gehalte dioxine voorkwam. De besmetting bleek terug te voeren naar een internationaal bedrijf. Door een korte storing in een filtersysteem had een kleine hoeveelheid dioxine zich opgehoopt in vet.
Eind december 2010 is in Duitsland een dioxinebesmetting aan het licht gekomen van pluimveevoer door vermenging van technische vetten. Circa 1000 legpluimveebedrijven zijn geblokkeerd. Er is in Duitsland direct discussie ontstaan over waarborgsystemen, controle en handhaving.
De lekkerste recepten, winacties en meer ontvangen?
Schrijf je direct in: