Q-koorts wordt veroorzaakt door een bacterie (Coxiella Burnetii). De bacterie komt voor bij dieren maar ook mensen kunnen besmet raken. Niet iedereen krijgt klachten of wordt ziek. Q-koorts kwam tot 2007 weinig in Nederland voor. Vanaf 2007 steeg het aantal snel en in de periode 2009 – begin 2010 overleden acht mensen aan Q-koorts. De overheid nam in 2009 maatregelen om verdere verspreiding te voorkomen.
De Q-koorts bacterie kan van dieren naar dieren en van dieren naar mensen overslaan. Mensen kunnen elkaar niet besmetten. Heel zelden lopen mensen Q-koorts op door rauwe melk(producten) of onvoldoende verhit vlees.
Q-koorts
De naam Q-koorts wordt wel toegeschreven aan het Engelse woord query (vraagteken), maar ook aan de Australische provincie Queensland waar het zich het eerst zou hebben geopenbaard. De oorzaak van Q-koorts is een bacterie (Coxiella burnetii). Deze komt bij vrijwel alle diersoorten voor en kan ook buiten het dier lang blijven leven. Schapen en geiten zijn voor de mens de belangrijkste besmettingsbron. Deze dieren zijn niet altijd zichtbaar ziek, maar kunnen de ziekte wel verspreiden.
Teken kunnen de besmetting tussen dieren overbrengen, maar niet op mensen. Ook honden en katten kunnen de bacteriën overdragen. Bij mensen kan Q-koorts ontstaan door het inademen van de bacteriën, bijvoorbeeld in stallen, weilanden of van kleding of wol. Heel zelden lopen mensen Q-koorts op door rauwe melk(producten) of onvoldoende verhit vlees.
De bacterie kan alleen van dieren naar dieren en van dieren naar mensen worden overgedragen. Mensen kunnen elkaar niet besmetten. Mensen met een Q-koorts besmetting worden niet altijd ziek. De meeste mensen merken er niets van. Soms krijgen ze last van klachten die lijken op griep, zoals hoofdpijn (begin) en wisselende koorts. Ook spierpijn, geen eetlust, diarree, braken, droge hoest en pijn op de borst komen voor. Een klein aantal krijgt ernstige klachten, zoals longontsteking. Zwangere vrouwen, ouderen en kinderen hebben minder weerstand en zijn bevattelijker voor bacteriën, dus ook voor Q-koorts.
De diagnose Q-koorts wordt vastgesteld door laboratoriumonderzoek. Meestal geneest het spontaan, soms wordt het behandeld met antibiotica. De behandeling van Q-koorts duurt meestal drie weken. Na een infectie zijn de meeste mensen voor de rest van hun leven immuun voor Q-koorts.
Q-koorts is al lang bekend, maar kwam in Nederland tot voor kort weinig voor. Vanaf 2007 nam het aantal besmettingen bij mens en dier in ons land plotseling toe. In 2009 steeg het aantal ziektegevallen naar 2300. Acht mensen zijn in 2009-begin 2010 overleden aan Q-koorts. De overheid nam in december 2009 maatregelen om verdere verspreiding te voorkomen. Bedrijven met besmette geiten werden uit productie genomen om te voorkomen dat in 2010 opnieuw veel uitbraken van Q-koorts plaatsvinden.
Maatregelen
Tot december 2009 zijn verschillende maatregelen genomen om verspreiding van Q-koorts in Nederland tegen te gaan, zoals voorlichtingscampagnes, extra hygiënemaatregelen in stallen en het preventief vaccineren van geiten en schapen. Veehouders en dierenartsen zijn verplicht om gevallen van Q-koorts te melden. Op die bedrijven worden aanvullende maatregelen getroffen om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen. De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) in Nederland controleert melk in de tanks op de bedrijven om vast te stellen of er sprake is van besmetting met Q-koorts. Het aantreffen van bacteriën in melk in de tank is het criterium om een bedrijf officieel besmet te verklaren. Besmette bedrijven mogen geen mest uitrijden en geen bezoek ontvangen om zo de kans op uitsleep van de Q-koorts te beperken. De voorzorgsmaatregelen bleken echter niet toereikend om de uitbraak van Q-koorts te beheersen. Daarom heeft de overheid in december 2009 besloten tot het ruimen van alle drachtige dieren op besmette bedrijven. Deze groep dieren vormt de grootste kans op besmetting, omdat de meeste bacteriën vrijkomen bij de geboorte van lammeren. Het betrof zo’n 40.000 dieren. Het vlees hiervan komt niet in de handel. De overige (niet-drachtige) geiten op besmette bedrijven vormen niet of nauwelijks een gevaar voor de volksgezondheid. Zij scheiden de Q-koorts-bacterie amper uit. Het uitgangspunt van de overheid is om zoveel mogelijk dieren te sparen. Deze dieren worden gevaccineerd. Met deze dieren mag niet meer worden gefokt.
Maatregelen
De overheid is in april 2009 gestart met een verplicht vaccinatieprogramma. De effecten van het vaccinatiebeleid zijn pas in 2010 zichtbaar. Ook het effect van de extra hygiënemaatregelen in de stallen moet dan duidelijk zijn. De Nederlandse overheid laat onderzoek uitvoeren naar de verspreiding van Q-koorts. Zo gaat het Centraal Veterinair Instituut (CVI) onderzoeken welke typen van de bacterie Coxiella burnetii verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van deze ziekte. Het RIVM onderzoekt de Q-koorts bacterie.
Internationaal
Q-koorts is in 1935 ontdekt bij Australische schapenslachters, maar een oorzaak was destijds niet bekend. De naam Q-koorts wordt wel toegeschreven aan het Engelse woord query (vraagteken), maar ook aan de Australische provincie Queensland waar het zich het eerst zou hebben geopenbaard.
Q-koorts komt ook in andere landen voor. In Engeland is 20% van het vee besmet met de bacterie. In de VS ligt dit op sommige plaatsen hoger.
Frankrijk heeft in 1985 een protocol voor Q-koorts opgezet, dat in de loop der jaren is aangescherpt. Melk van besmette geitenbedrijven mag hier niet worden geleverd. Mest wordt gedesinfecteerd en afgedekt en uitrijden mag alleen bij windstil weer. In Frankrijk vaccineren boeren hun geiten, schapen en koeien preventief tegen Q-koorts. In Nederland zijn geiten en schapen de belangrijkste bron van Q-koorts. Het enige beschikbare effectieve vaccin was in 2009 in beperkte hoeveelheden beschikbaar. Omdat er in Nederland nog geen relatie is gelegd tussen het voorkomen van de bacterie bij runderen en mensen richt het vaccineren zich vooralsnog op geiten en schapen.
Sinds 2010 is er voldoende vaccin om de risicogroep van geiten, schapen en dieren met een ‘publieksfunctie’ te vaccineren.
Cijfers
In Nederland zijn tussen 1998 en 2004 elk jaar tussen de 11 en 41 gevallen van Q-koorts gemeld. Vanaf 2007 stijgt het aantal besmettingen relatief snel.
In Brabant werden in 2007 zo’n 140 mensen ziek. In 2008 zijn circa 1000 mensen ziek geworden, vooral in Zuid-Nederland. In 2009 zijn ruim 2300 gevallen gemeld, acht van hen zijn overleden. In maart 2010 registreerde het RIVM 197 patiënten met Q koorts. Daarvan hadden 29 mensen de eerste ziekte dag in 2010. Drie patiënten die voor 2010 besmet werden, zijn in de eerste maanden 2010 overleden.
Vanaf 20 april 2009 worden 130.000 dieren verplicht gevaccineerd. De overheid is ondertussen met tientallen nadere onderzoeken gestart.
Bronnen en links
De lekkerste recepten, winacties en meer ontvangen?
Schrijf je direct in: