Hepatitis E (HEV) is een virus dat kan leiden tot geelzucht of leverontsteking.
Mensen die blootgesteld zijn aan het virus worden er doorgaans helemaal niet ziek van.
Mocht dat wel gebeuren, dan betreft het griepverschijnselen, die in de regel binnen een paar weken weer verdwijnen.
Mensen met een verminderde weerstand, mensen die afweer-onderdrukkende medicijnen gebruiken of mensen die (bijvoorbeeld) een bloedtransfusie of een orgaantransplantatie hebben ondergaan hebben een grotere kans op klachten door eventueel aanwezig Hepatitis virus.
Het virus wordt doorgaans overgedragen via de voeding, via ontlasting of vervuild water (in niet westerse landen).
Wat de voeding betreft kan Hepatitis E overgedragen / veroorzaakt worden door het eten van onvoldoende verhit (varkens)vlees, maar bijvoorbeeld ook vlees van wild (hert en zwijn) of via schaal- en schelpdieren, zoals oesters of mosselen.
Advies: bij varkensvlees (en ander vlees) is goed verhitten (bakken of braden) gebruikelijk en smakelijker en uit oogpunt van hygiëne en de voedselveiligheid / gezondheid dus ook aan te bevelen.
In Nederland geldt vooral voor risicogroepen dat het eten van onverhit varkensvlees en vleeswaren zoals gefermenteerde en droge worst afgeraden wordt.
Wat is Hepatitis E?
Hepatitis E is een virale infectie, die wordt veroorzaakt door het hepatitis E-virus (HEV). Op dit moment zijn er vier types bekend. Twee typen komen alleen voor bij mensen (type 1 en 2) en worden gerelateerd aan geelzucht, dat in tropische gebieden en bij slechte hygiëne kan worden opgelopen. Twee typen (3 en 4) kunnen voorkomen bij mensen én dieren. Dit virus vertoont in vrijwel alle gevallen geen symptomen van ziekte bij de virusdrager.
Het Deskundigenberaad heeft in 2018 aangegeven HEV geen risico voor de bevolking is, omdat een infectie bij gezonde mensen over het algemeen zonder ziekteverschijnselen verloopt. Het aantal ziektegevallen ligt in orde grootte van (slechts) 1 tot 5 op de 100.000 personen per jaar.
Onderzoek wijst uit dat mensen die ooit een (eventuele onopgemerkte) hepatitis E infectie hebben doorgemaakt niet dichter bij varkensbedrijven wonen. Er lijkt geen groter risico te zijn voor varkenshouders of de omwonenden van varkensbedrijven. Vanwege het beperkte risico hoeft een geval van Hepatitis E niet te worden gemeld (mensen) of verplicht aangegeven (varkens).
Aanwezigheid
In Nederland worden jaarlijkse zo’n 200.000 mensen besmet met Hepatitis E zonder dit te merken
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) registreert jaarlijks patiënten met hepatitis E.
De laatste jaren worden in Nederland en elders in Europa vaker ziekteverschijnselen door een infectie met hepatitis E geconstateerd. Waar vóór 2013 jaarlijks hooguit 50 patiënten gevonden werden, is dit na 2013 opgelopen tot 200 á 300. Dit kan deels verklaard worden door toegenomen aandacht en bekendheid van dit virus in de humane gezondheidszorg en dus een toegenomen vraag naar specifieke diagnostiek. Daarnaast is sprake van een feitelijke toename van het aantal (geregistreerde) patiënten. Dit valt af te leiden uit gegevens van enkele laboratoria en uit onderzoek onder bloeddonoren.
Studies in diverse (andere) landen laten zien dat mensen afweerstoffen hebben tegen dit virus, zonder dat sprake is geweest van specifieke ziekte symptomen of dat mensen er nadelige gevolgen van hebben ondervonden. Mensen met afweerstoffen dragen het virus niet meer bij zich.
Er is epidemiologisch geen relatie bekend met de dierhouderij, zoals ook het IRAS en het RIVM in het rapport ‘Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (juli 2016) hebben vastgesteld.
Symptomen en behandeling
Een HEV-infectie bij gezonde mensen verloopt over het algemeen zonder ziekteverschijnselen en gaat ongemerkt vanzelf weer over. Bij mensen met een minder goed functionerend afweersysteem kunnen ziekteverschijnselen optreden. De klachten zijn dan vermoeidheid, lichte koorts, soms pijn in de bovenbuik en misselijkheid. Hepatitis E gaat meestal gepaard met geelzucht: het geel kleuren van huid en oogwit, het donker worden van urine (de kleur van cola) en het ontkleuren van ontlasting (de kleur van stopverf). Het ziektebeeld kan verward worden met die van hepatitis door infectie met Hepatitis A virus, omdat het daar sterk op lijkt. De ziekteduur varieert van 1 tot 4 weken.
Er is geen specifiek medicijn; wel zijn er positieve ervaringen met antivirale middelen. Bij een ernstige hepatitis worden mensen in het ziekenhuis opgenomen. HEV infecties bij transplantatie-patiënten worden behandeld door een combinatie van antivirale middelen en het terugnemen van immuun-suppressieve medicatie. Bij patiënten met een verminderde weerstand kunnen chronische klachten optreden.
Er is in Nederland geen geregistreerd vaccin tegen een infectie met HEV. Reis gerelateerde infecties met HEV (andere types) zijn te voorkomen met goede hygiëne. Bij reizen naar landen waar hepatitis E vaak voorkomt, is het verstandig om altijd gekookt voedsel en gekookt water te gebruiken.
Omdat dieren wel drager zijn maar niet ziek worden of zijn van hepatitis E worden dieren niet behandeld.
Verspreiding
Mensen kunnen het virus krijgen via de voeding (mond),
maar ook diverse diersoorten kunnen het virus bij zich dragen zonder ziek te worden. Het virus kan (op dierhouderijen) worden verspreid via ontlasting van de dieren. Het kan dus breed in het milieu voorkomen. Mensen en dieren kunnen het virus aan elkaar overdragen. Voor zover bekend geldt dat vooral varkens.
In Nederland wordt bij meer dan 80% van de slachtvarkens antilichamen tegen HEV aangetroffen dat duidt op een doorgemaakte infectie. HEV zou op ongeveer de helft van de bedrijven (latent) circuleren. Het percentage varkens binnen bedrijven dat de infectie doormaakt is gemiddeld ongeveer 70%.
Varkens worden zelf niet ziek van hepatitis E. Varkenshouders, slachthuis-personeel en dierenartsen hebben weliswaar meer kans op blootstelling aan HEV maar worden ook niet automatisch ziek (c.q. hebben voldoende weerstand). Ook het eten van on-verhit varkensvlees mét virus hoeft niet per definitie te leiden tot ziekteverschijnselen, maar wordt dus wel afgeraden.
Hepatitis E komt met name voor in (tropische) ontwikkelingslanden. Het wordt meestal overgedragen via vervuild water en voedsel en door slechte hygiëne. Het virus is door het sterk groeiende internationale reisverkeer naar andere delen van de wereld overgebracht. In westerse landen zoals Nederland besmetten mensen elkaar niet rechtstreeks. Dit kan (hooguit) gebeuren via vervuild water of – onvoldoende verhit voedsel (slechte hygiëne) of bijvoorbeeld via besmet bloed.
Slacht en varkensvlees
Bij de slacht worden de varkens geïnspecteerd. Er worden bloedmonsters genomen om de gezondheidsstatus vast te stellen en te kunnen monitoren in hoeverre de dieren, die met Hepatitis E in aanraking zijn geweest, antistoffen hebben aangemaakt. Gegevens worden teruggekoppeld aan de varkenshouder. Bij de verwerking in de slachterij zijn bedrijfsprocessen zo ingericht (verwijderen van de maag- en darminhoud) dat besmetting normaal gesproken kan worden uitgesloten.
De maatregelen tijdens de slacht maken de kans op verspreiding van het virus via vers varkensvlees verwaarloosbaar klein. In producten van varkenslever, die verhit zijn, zoals leverworst, is tot op heden geen levend virusmateriaal aangetoond. Alle testen op deze producten laten zien dat er nog virusresten aanwezig zijn, maar deze kunnen geen besmetting op de mens veroorzaken.
Maatregelen & Onderzoek
De overheid laat nadere maatregelen afhangen van de beoordeling door de EFSA en het RIVM (HEVIG onderzoek).
Daarnaast heeft de Nederlandse Vereniging voor de Vleeswarenindustrie (VNV) in 2016 een werkgroep opgericht om een risicoanalyse uit te voeren. Dit heeft geleid tot de identificatie van risicovolle grondstoffen, zoals de lever en het middenrif, die VNV leden (vleeswarenproducenten) en anderen niet meer gebruiken in niet-verhitte vleesproducten. Indien wel voldoende verhit wordt, is het risico op een HEV infectie voldoende gereduceerd.
De faculteit Diergeneeskunde in Utrecht, de HAS Den Bosch en Wageningen BioVeterinary Research doen met negen private partners nader onderzoek naar de verspreiding en beheersing van hepatitis E virus op Nederlandse varkensbedrijven. Doel is om te kunnen komen tot effectieve beheersmaatregelen op de boerderij, zodat de kans op consumptie van HEV besmette varkensproducten verder wordt verlaagd.
Internationaal
Het Hepatitis E-virus komt wereldwijd voor, met name in ontwikkelingslanden waar het grote uitbraken kan veroorzaken. In die gebieden is het virus verantwoordelijk voor meer dan 25% van de acute hepatitis gevallen. Infecties in ‘geïndustrialiseerde’ landen zoals Nederland worden vaak in verband gebracht met een verblijf in het buitenland. Maar inmiddels is het virus ook aangetoond bij patiënten, die niet op reis zijn geweest. Er is een vaccin voor de mens maar dat is in Nederland nog niet geregistreerd.
Bronnen & Links
Mooij et al, 2018, BMJ Inf Dis; https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29653521.
Adviesbrief Deskundigenberaad 2015:
www.rivm.nl/documenten/adviesbrief-deskundigenberaad-z-hev-26-juni-2015-vws
van Gageldonk et al., 2017, BMC Inf Dis; www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28056844
Rutjes et al., 2014, J Food Prot: www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24680077
Bouwknegt et al., 2008, Epidem & Infect: www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17578603
Hogema et al., 2016, Transfusion: www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26559806
Algemene naslag
RIVM: www.rivm.nl/hepatitis-e
LCI-richtlijn: https://lci.rivm.nl/richtlijnen/hepatitis-e
Voedingscentrum www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/hepatitis.aspx
EFSA: www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/4886
en www.efsa.europa.eu/en/press/news/170711
De lekkerste recepten, winacties en meer ontvangen?
Schrijf je direct in: