Kruiden en specerijen worden veelvuldig gebruikt in iedere keuken. Soms is een beetje peper of zout al genoeg, maar vaak worden met alle verschillende kruiden en specerijen eindeloos veel lekkere combinaties gemaakt.
Het verschil tussen kruiden en specerijen
Kruiden zijn smaakmakers met een sappige stengel, waarvan meestal de (gedroogde) blaadjes worden gebruikt, denk bijvoorbeeld aan basilicum, oregano en peterselie. Specerijen zijn de gedroogde stengels, wortels en stampers van bloemen en planten, zoals kruidnagel, nootmuskaat en peper.
Bij het gebruik in de keuken is er een heel belangrijk verschil tussen deze twee. De smaken en geuren van kruiden vervliegen snel tijdens het kookproces. Kruiden moeten dan ook aan het einde van de bereiding worden toegevoegd (rozemarijn en tijm zijn hierop een uitzondering). Specerijen daarentegen geven hun smaken en geuren langzaam af en kunnen vanaf het begin aan het kookproces worden toegevoegd.
Smaken en aroma’s vangen
Je wilt natuurlijk zoveel mogelijk van die heerlijke geuren en smaken in je gerecht houden. Je kan een extra volle smaak en aroma uit specerijen halen door deze eerst even in de pan met wat olie te verwarmen. De smaken en aroma’s komen dan vrij en worden “gevangen” door de olie. De smaak blijft dan in het gerecht en komt pas vrij als het wordt gegeten. Dit werkt trouwens ook goed met de kruiden oregano, rozemarijn en tijm.
De meest belangrijke tip voor het behoud van smaak en aroma is: houd de deksel zoveel mogelijk op de pan! Alle heerlijke geuren die de keuken vullen zitten namelijk niet meer in het gerecht maar in de lucht, zonde!
Een beruchte smaakvanger is bloem. Door op het laatste moment het vocht van een gerecht te binden met bloem (of maïzena) zal veel van de geur en aroma worden gebonden. Deze gebonden smaken en geuren komen niet meer vrij als het gerecht gegeten wordt. Dus rustig aan met de bloem en maïzena!
[de tekst gaat verder onder de afbeelding]
Combineren met vlees
Er kunnen veel combinaties gemaakt worden met vlees, kruiden en specerijen en je kan dus naar hartenlust experimenteren. Wel zijn er “klassiekers” die het altijd erg goed doen.
Zo wordt varkensvlees nog lekkerder met kruiden als salie, basilicum, peterselie en knoflook. De specerijen zwarte peper, koriander, gember, en sereh zijn ook goede vrienden met varkensvlees.
Rundvlees combineert weer heel erg goed met tijm, rozemarijn, oregano, salie, knoflook en de specerijen mosterd, paprika, laurier en peper.
Kalfsvlees haal je extra naar boven met (verse) groene kruiden zoals peterselie, dragon, kervel, oregano, koriander, salie, basilicum, bieslook en dille en knoflook. Van de specerijen doen gemalen zwarte en witte peper, nootmuskaat, foelie, sereh, djahé (Indonesische kruiden), en selderijzout het goed.
Lamsvlees gaat dan weer goed samen met rozemarijn, tijm, mint, basilicum, salie, oregano, marjolein en knoflook. Daarnaast passen de specerijen sereh en mierikswortel ook heel goed.
Meer inspiratie vind je ook in onze recepten en bereidingsvideo’s