Ik sta in de keuken en het aanrecht is bezaaid met potten en pannen, groenten, kruiden en allerlei andere ingrediënten voor een heerlijke avondmaaltijd. En de geur van gebraden vlees vult onze keuken. Op dat moment komt onze hongerige puberzoon binnenstormen. ‘Wat ruikt het hier lekker mam’ zegt hij enthousiast. Ik moet lachen, want dat roept hij nooit als ik een heerlijke groenteschotel klaarmaak. Dat wordt dus lekker smullen voor hem vanavond.
Aangestoken door zijn enthousiasme stort ik me ook vol overgave op het dekken van de tafel. Mooie servetten, gezellige kaarsjes, ik trek alles uit de kast. Jammer dat manlief bij de eerste hap al met zijn ongezouten mening komt: ‘Het vlees smaakt nergens naar’. Geïrriteerd vraag ik me hardop af of ik daar zo mijn best voor heb gedaan…
Ik weet natuurlijk wel hoe het komt. Ik wil graag dat ons eten lekker én gezond is. Daarom had ik geen zout op het vlees gedaan, want te veel zout kan de bloeddruk verhogen. Ons lichaam heeft zout nodig, maar te veel is niet goed.
Dat zout als smaakmaker ontbrak, verklaart dus de reactie van mijn man. Ik leg hem uit dat we te veel zout eten. Ongeveer 80% krijgen we binnen via bewerkte producten, zoals soep uit blik, brood of kaas. Het zit erin voor de smaak, maar zout is ook nodig voor de bereiding, de houdbaarheid of de structuur van deze producten. Zo maar zout weglaten is dus geen optie. Gelukkig werkt de industrie hard om het zoutgehalte terug te dringen. Vleeswaren bevatten bijvoorbeeld al ruim 20% minder zout dan een aantal jaren geleden. Dat gaat de goede kant op!
Maar goed, terug naar mijn eettafel. Terwijl onze zoon wel met smaak zijn maaltijd verorbert, zeg ik tegen mijn man, die nog steeds wat mismoedig naar zijn bord kijkt: ‘Kwestie van wennen, joh!’. Maar misschien heb ik wel een té grote stap heb genomen door in één keer helemaal geen zout meer te gebruiken. Ook de industrie doet dit stapje voor stapje, zodat mensen aan de smaak kunnen wennen en de producten ook met minder zout lekker blijven vinden. Mijn irritatie is inmiddels verdwenen en ik realiseer me dat ik met kleine stappen in de goede richting mijn doel wel bereik. Misschien dat de ongezouten mening van mijn man volgende keer ook iets minder kan?