Moderne stedelingen eten graag traditionele producten, biologisch uiteraard, het liefst van kleine boertjes, die met het hele gezin met de ploeg en de melkbus in de weer zijn. Het klinkt romantisch, maar je voedt er geen miljarden monden mee en je doet agrarische ondernemers er flink mee tekort. Dat stelt bestuursvoorzitter Louise Fresco van de Wageningen Universiteit (WUR), die vindt dat veel stedelijke consumenten een onrealistisch beeld hebben van hun voedsel en de productie daarvan, maar wel veel noten op hun zang hebben.
Grootschalig
De voedselproductie kán niet anders dan grootschaliger worden en technologisch steeds slimmer werken met een steeds hogere productie, zo stelt de landbouw- en voedselhoogleraar in het Parool. ‘In 2050 woont twee derde van de wereld in steden. Overal groeit een koopkrachtige middenklasse, die niet meer elke dag hetzelfde wil eten. Daarmee groeit de vraag naar volume, luxe, diversiteit en voedselveiligheid. Al die mensen moeten worden voorzien door een krimpende en vergrijzende boerenstand.’
Conservatief
‘De stad heeft vaak nogal simplistische ideeën over boeren (en daarmee over de voedselproductie), maar heeft wel een boel kapsones. Voedsel moet er gewoon zijn, in overvloed, divers en veilig, maar tegelijkertijd zijn er allerlei oordelen over de boeren die zorgen dat het er is,’ aldus Fresco. “Er is vaak weinig kennis over de praktijk en weinig begrip voor de hardwerkende boer die een modern bedrijf wil runnen; eerder een romantisch en conservatief beeld van het boerenleven.’
Fresco: ‘Ironisch genoeg zijn zo degenen die het meest profijt hebben gehad van de enorme groei van welvaart door wetenschappelijke vooruitgang en door de moderne landbouw – de stedelijke middenklassen – degenen met de meeste twijfels over het nut.’
Boerenmarkt
Het onderbuikgevoel van stedelingen over waarom voedsel ‘goed’ of ‘slecht’ is, klopt lang niet altijd, vindt Fresco. ‘Tomaten uit moderne kassen die met een hightech systeem zijn ingepakt eigenlijk op alle gebieden beter voor het milieu dan tomaten die kleinschalig op de volle grond zijn geteeld en op de boerenmarkt verkocht. Komkommers in bioplastic zijn veel langer houdbaar en dus duurzamer dan blote komkommers. En groente in zakjes, voorgewassen en gesneden, gebruikt veel minder water en energie dan wanneer iedereen dat thuis doet.”
Bron: www.wel.nl / Parool
Vlees.nl
Wie meer wil weten over de Nederlandse veehouderij én vleesproductie kan terecht in onze thema’s met achtergrondinformatie.