Nederlanders geven liefst 17 keer zoveel uit aan vlees dan aan de zogeheten ‘vervangers’. Dat schrijft Pig Business op grond van een analyse van ABN Amro. De markt voor de alternatieven is volgens de bank nog steeds erg klein. Nederlanders gaven in 2018 slechts € 13 uit aan vervangers; aan vlees gemiddeld circa € 224.
De markt voor de alternatieven groeit komende jaren met zo’n 10%, verwacht ABN Amro. Maar het aandeel is nog geen 1% van dat van vlees.
Groei is volgens de bank te danken aan nieuwe spelers. Zo houden grotere voedings- en vleesproducenten zich inmiddels ook bezig met alternatieven. Dit betekent dat meer geld voor innovatie en productie beschikbaar komt en de consument steeds meer keuze heeft.
Innovaties
Smaak is een belangrijk verbeterpunt bij vleesvervangers. De producenten werken volgens ABN Amro hard aan de smaakbeleving en de structuur om echt vlees zo goed mogelijk na te bootsen. Innovatie vindt ook plaats op het gebied van ingrediënten, labels als glutenvrij en marketing. Zo worden ingrediënten, zoals hennep of boerenkool, toegevoegd om de consument rond de vervangers een betere gezondheidsbeleving te laten krijgen.
Verder wordt ingezet op hybride varianten. Dit zijn producten die deels uit vlees en deels uit bijvoorbeeld oesterzwammen bestaan, of gehaktballen die naast gehakt ook plantaardige vulling hebben, zoals rijst. Deze producten zijn vooral bedoeld voor consumenten die minder vlees zeggen te willen eten.
Circa 60% van de consumenten zegt een aantal dagen van de week minder vlees te eten: 15% doet dit nog niet, maar zegt dit wel te willen. De discrepantie tussen wat consumenten willen en wat ze daadwerkelijk doen, is opvallend. De groep consumenten die wel vaker vegetarisch zou willen eten, maar het (nog) niet doet, geeft aan dat zijzelf of hun partner echt vlees nog te lekker vinden of dat ze niet bekend zijn met vervangende recepten.
Tekst: Pig Business
Bron: ABN Amro