De melkveehouderij en kalverhouderij zijn met elkaar verbonden: zonder kalveren geen melkproductie, zonder zuivel geen kalverhouderij. Een koe geeft namelijk alleen melk als ze elk jaar een kalf krijgt. De meeste kalveren hebben op het melkveebedrijf geen functie en gaan naar de kalverhouderij. Ze worden er grootgebracht voor de productie van eersteklas kalfsvlees.
De kalversector
De Nederlandse kalversector staat internationaal goed bekend. Dat komt mede door de kennis en de investeringen in huisvesting en voeding. Belangrijke thema’s zijn de gezondheid van mens en dier en het verder verbeteren van dierenwelzijn. Nederlandse kalfsvlees is een duurzaam product en is een topkwaliteit vleesproduct.
Kalverhouders – en andere ondernemers in de kalversector – zorgen goed voor de dieren en zetten zich steeds sterker in voor het milieu, door:
-
- uitstoot te beperken
- minder energie te verbruiken
- oog te hebben voor de (natuurlijke) omgeving
Kalverhouders, vakmensen
Goede zorg voor kalveren is verantwoordelijk werk. Kalverhouders zijn ondernemers, die voortdurend voor hun dieren en het eigen bedrijf zorgen, zeven dagen per week. Dit doen ze met als doel om kalfsvlees van topkwaliteit te produceren. Kalverhouderijen zijn vaak familiebedrijven. Het draait er om familiewaarden en bedrijfstrots. En het gezin helpt vaak actief mee, van jong tot oud. Verder leeft er een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor de generaties na hen en de zorg voor het milieu. Duurzaamheid is belangrijk bij het dagelijkse werk van de kalverhouder.
Op Nederland Kalverland laten kalverhouders zien hoe zij voor hun dieren zorgen en hoe trots ze zijn op hun werk. Ook gaan ze in op vragen en misverstanden in de samenleving over kalverhouderij.
Duurzame productie van kalfsvlees
Duurzaamheid is belangrijk in de kalverhouderij. Kalfsvlees is een hoogwaardig product met een beperkte CO2-footprint. Het houden van kalveren past prima in de kringloopgedachte, zeker omdat grondstoffen en reststromen hergebruikt worden. Kalveren worden opgenomen uit de melkveehouderij en worden gehouden voor de productie van kalfsvlees en tal van andere producten. Bijna alles van het dier wordt gebruikt, zoals huiden, botten en zelfs bloed. Restproducten, zoals wei en andere grondstoffen uit de levensmiddelenindustrie, worden optimaal benut voor het ruwvoer dat de kalveren krijgen.
Kalverhouders werken aan het milieu, door hergebruik van water, mestopvang, emissiearme stallen, zonnepanelen en andere vormen van hernieuwbare energie. Nederlandse producenten van kalfsvlees en kalfsvoeders besparen waar dat maar kan op hun verbruik van energie, water en verpakkingsmaterialen.
Zorg voor de dieren
Goede zorg voor kalveren is dé primaire taak van elke kalverhouder. Een gezond dier voelt zich prettig in de groep en eet en drinkt goed. De Nederlandse kalversector is als eerste overgestapt op groepshuisvesting, waarmee de bedrijfstak internationaal koploper is.
Kalverhouders regelen:
- de hygiëne op het bedrijf
- evenwichtige voeding voor de kalveren
- een passend onderkomen voor de kalveren
Kalveren gaan van de melkveehouderij naar de kalverhouder als ze ten minste 14 dagen oud zijn. Ze worden de eerste tijd in een open verblijf voor één kalf gehouden. Zo kan de kalverhouder goed in de gaten houden of een dier goed drinkt en gezond is. Jonge kalveren kunnen elkaar zien en aanraken. Zodra kalveren na twee tot vier weken voldoende weerstand hebben, gaan ze naar de grotere groepsruimten.
De stallen hebben voldoende ruimte en daglicht. In de kwaliteitsregeling Vitaal Kalf staan criteria voor de huisvesting van kalveren, zoals minimale afmetingen. Vloeren moeten van ruw materiaal zijn, zodat de dieren voldoende grip hebben en niet uitglijden. Ook moeten stallen goed schoongemaakt kunnen worden. Een ziek kalf moet een eigen verblijf hebben.
In de Kwaliteitsregeling Vitaal Kalf staan de verder voorwaarden voor de goede stallen, zoals de afmetingen, de temperatuur, het daglicht, het drinkwater en voor de vloeren.
Waken over gezondheid
De kalverhouder bewaakt de gezondheid en het welzijn van de dieren. Kalverhouders werken met een vaste dierenarts, die regelmatig het bedrijf bezoekt. Samen werken ze met een gezondheidsplan. Antibiotica worden uiteraard zo min mogelijk gebruikt. Als een kalf ziek wordt, dan krijgt het medicatie om weer beter te kunnen worden.
De kalverhouder registreert alle details van toegediende diergeneesmiddelen. De dierenarts en de kalverhouder werken met diergeneesmiddelen van de zogeheten positieve lijst, die opgenomen is in de kwaliteitsregeling Vitaal Kalf. Deze middelen zijn veilig voor mens, dier en milieu.
In Nederlands kalfsvlees zitten geen antibiotica of andere stoffen die er niet in thuishoren. Voordat het dier de kalverhouderij verlaat, moeten eventuele diergeneesmiddelen helemaal zijn uitgewerkt. De onafhankelijke Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV) controleert strikt op mogelijke verboden middelen, zoals hormonen.
Voer
De dagelijkse voeding van kalveren – kalvermelk en ruwvoer – past bij hun leeftijd en de behoeften. De basis is kalvermelkpoeder, gemaakt van producten als magere melk en wei, aangevuld met vitaminen en mineralen. Ruwvoer is belangrijk voor natuurlijk gedrag, zoals herkauwen.
Transport
Kalveren worden geboren op verschillende melkveebedrijven. Melkveehouders melden de dieren bij een tussenpersoon of handelaar, die de dieren verzamelt. Via erkende verzamelcentra waar de kalveren kort verblijven, worden ze als groep bij de kalverhouder geleverd.
Tussenpersonen en handelaren werken met richtlijnen van kwaliteitsregelingen als Vitaal Kalf. Ook voor het transport gelden (EU-)eisen voor de afstand, de transport- en reistijden en het aantal dieren per wagen. Kalvertransporteurs reinigen en ontsmetten hun wagens na het lossen om te helpen voorkomen dat ze eventuele ziektes verspreiden. Chauffeurs zijn opgeleid en hebben een getuigschrift. Ze zijn verantwoordelijk voor de omgaan met de dieren tijdens het transport en bij het laden en lossen. Ze zorgen dat dieren geen angst, leed of letsel hebben en houden een logboek bij. Op hete dagen worden minder of geen dieren vervoerd.
Als kalveren naar de slachterij gaan, werkt de kalverhouder met het systeem ‘all-in all-out’. Een groep kalveren komt en verlaat samen het bedrijf. Het laden, transport en lossen gaat zorgvuldig; dat is belangrijk voor het welzijn van de kalveren én voor de kwaliteit van het vlees.
Kwaliteit en voedselveiligheid
Kalveren hebben een identificatie- en registratienummer (I&R), waarmee elk kalf herkend kan worden. Alle gegevens over de kalveren worden verzameld, bijgehouden en doorgegeven om de kwaliteit en voedselveiligheid van kalfsvlees te garanderen. Kalverhouders, dierenartsen, transporteurs, voerleveranciers en slachterijen wisselen informatie uit, gekoppeld aan dit nummer.
Het slachten en verwerken van kalveren gebeurt volgens strikte regels en inspecteurs houden permanent toezicht. Slachterijen hebben geavanceerde ‘Tracking & Tracing’-systemen waarmee ze de herkomst van kalveren en hun producten kunnen achterhalen. De kalfsvleesbranche werkt met garantiesystemen, en de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) en de SKV voeren controles uit om de kwaliteit en productveiligheid te garanderen.
Nederland Kalverland
Meer weten over het werk van Nederlandse kalverhouders? Kijk dan op de website Nederland Kalverland. Op deze site vind je informatie en video’s over de kalverhouderij en vertellen kalverhouders met trots over hun werk met de dieren, de duurzame zorg voor het milieu en de aandacht voor het eindproduct.
De lekkerste recepten, winacties en meer ontvangen?
Schrijf je direct in: