Mensen houden van paarden met name voor recreatie en sportactiviteiten, maar niet ten behoeve van de productie van vlees. De paardenhouderij is in Nederland een zogeheten ‘dienstendierhouderij’. Paarden worden gehouden op maneges, hengsthouderijen, door overheden (politie), landschapsbeheer, handelaren of particulieren. Eigenaren zijn in de regel liefhebbers die veel zorg en aandacht aan hun dieren besteden, waarvoor vaak kosten noch moeite gespaard worden. Paarden kunnen vaak naar buiten en krijgen veel bewegingsruimte waarmee het welzijn in de regel buiten kijf staat.
De maatschappelijke functie van de paardenhouderij vormt een wezenlijk verschil met veehouderijsectoren, die primair gericht zijn op voedselproductie (varken, rund, kalf e.a.) en die op www.vlees.nl ook daarom centraal staan. Uiteindelijk bieden de eigenaren veel paarden ter slacht aan waar ze als hoogwaardige grondstof worden verwerkt tot vlees, in vleesproducten en in producten met vlees.
Nederlandse paarden die vroeg of laat voor (humane) consumptie worden aangeboden, moeten een paardenpaspoort hebben met een medisch dossier waarin exact staat aangegeven welke medicijnen het dier eventueel heeft gehad en wanneer. In het paardenpaspoort kan ook staan aangegeven, dat het dier niet mag worden verwerkt voor humane consumptie.
De slacht en verwerking van paarden was in ons land vanouds het terrein van gespecialiseerde paardenslagers, die veelal in oude stadswijken zaten. Hiervan is echter nog maar een handvol ondernemers over, zoals er ook maar enkele kleine slachtlocaties zijn, die paarden verwerken. Grotere slachterij organisaties (in varken, rund of kalf) verwerken geen paarden. De meeste Nederlandse paarden worden in het buitenland (bijvoorbeeld België) geslacht en verwerkt.