Mond- en Klauwzeer (MKZ) is een zeer besmettelijke dierziekte die voorkomt bij evenhoevige dieren. De ziekte zit vooral in Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Met importverboden van vlees en vleesproducten uit gebieden waar een MKZ-uitbraak is, probeert de EU te voorkomen dat het virus naar Europa wordt overgebracht.
Tot 1955 komt MKZ in (kleinere) epidemieën voor. Sindsdien wordt internationaal samengewerkt om het virus te bestrijden. Dankzij effectieve maatregelen is MKZ uit Europa gebannen. Toch breekt het virus af en toe weer uit. Mensen zijn ongevoelig voor MKZ. Vlees van dieren met MKZ komt niet op de markt, omdat zieke dieren uit productie worden genomen.
Mond- en Klauwzeer
Mond- en Klauwzeer (MKZ) is een besmettelijke dierziekte bij de evenhoevige dieren, zoals herten, runderen, schapen, geiten, varkens, egels, muizen en ook olifanten. De ziekte wordt veroorzaakt door een zogeheten picorna-virus (waartoe ook gerekend worden het rhinovirus, dat verkoudheid veroorzaakt, en bijvoorbeeld polio en Hepatitis A). Er zijn zeven typen van het MKZ-virus, A, O en C zijn de Europese types, SAT 1, 2 en 3 zijn de Afrikaanse types en ASIA 1 is het Aziatische type. Binnen deze types bestaan vele subtypes, die onderling weer verschillen.
MKZ-besmettingen treden op bij direct of indirect contact tussen de dieren. Daarnaast verspreidt het virus zich door de lucht. Dieren ademen de kleine, onzichtbare virusdeeltjes in en worden ziek. MKZ kan worden verspreid door indirect contact met besmette voorwerpen, personen en niet-gevoelige dieren, zoals paarden. Ook mest, speeksel en rauwe melk kunnen het virus bevatten en overdragen.
Zieke dieren krijgen (soms heel grote) blaren in de mondholte, aan de uiers en de hoeven. Dieren kunnen kreupel worden. Jonge dieren kunnen plotseling sterven.
Beleid
Nederland kent een lange historie van preventief vaccineren. Tot en met 1991 werden alle runderen vanaf 4 maanden en ouder, jaarlijks (tussen december en maart) preventief ingeënt. Daarmee waren hoge kosten gemoeid. Door de vaccinatie van rundvee werden indirect ook andere gevoelige diersoorten (zoals schapen en varkens) beschermd tegen deze besmettelijke dierziekte. Deze diersoorten werden zelf dus niet gevaccineerd, waardoor in de beginjaren van de bestrijding nogal eens besmettingen onder de varkens vanuit het buitenland weer binnenkwamen. In een vaccin dat preventief wordt ingezet zijn niet alle (sub)typen van het MKZ-virus vertegenwoordigd. Dieren die door vaccinatie beschermd zijn tegen één variant van het virus, zijn niet beschermd tegen een besmetting met een andere. Daarom mocht sinds 1992 in de Europese Unie niet meer preventief worden gevaccineerd. Door betere vaccins en testen en door betere internationale acceptatie van vaccinatie is het beleid inmiddels aangepast. Het is nu weer mogelijk om onder voorwaarden vaccinatie in te zetten bij een MKZ-uitbraak. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie heeft in het crisishandboek MKZ afspraken vastgelegd. Noodvaccinatie, dat wil zeggen vaccineren bij een uitbraak van MKZ mag sinds kort weer, wel onder strikte voorwaarden. Op basis van een risicoanalyse door een team van deskundigen wordt besloten wat de gewenste aanpak is om de uitbraak te stoppen. Vaccinatie is een van de mogelijkheden. Het voordeel van vaccineren is dat er minder dieren geruimd hoeven te worden. Maar er zijn ook maatschappelijke en economische nadelen aan verbonden. Zo kunnen de Nederlandse en Europese overheid besluiten tot een exportverbod van producten, zoals vee, vlees(producten), melk, sperma, en eicellen. Voor een vleesexporterend land als Nederland heeft dat grote financiële gevolgen. Vaccinatie is bovendien, vanwege de lange tijd voordat de vaccinatie aanslaat, minder effectief dan preventief ruimen. De overheid en sector zijn tegenstander van het onnodig ruimen van gezonde dieren als methode om de verspreiding van besmettelijke ziekten te helpen voorkomen. Zij moeten iedere keer een zorgvuldige afweging maken tussen veterinaire, economische en maatschappelijke belangen.
Nederlandse veehouders en dierenartsen zijn verplicht om MKZ-besmetting direct te melden. Als de melding dan door laboratoriumanalyse wordt bevestigd geldt vanaf dat moment een vervoersverbod voor alle dieren en besmettelijke materialen. Ook contact tussen personen van een besmet bedrijf is dan verboden. Er volgt een complete ‘stand still’ van 72 uur. Vervolgens worden beschermingsgebieden bepaald waar vervoersbeperkingen en -verboden gelden. Tot nu toe worden dieren in besmette gebieden uit productie gehaald en worden bedrijven gereinigd en ontsmet. De minister van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie kan ook besluiten een vaccinatieprogramma te starten. Hierover komt duidelijkheid als de uitbraak niet binnen 72 uur onder controle is. Hieraan zijn Europese eisen verbonden, waardoor besluitvorming niet makkelijk is. Vaccinatie heeft forse gevolgen voor de afzet van (vers) vlees, vooral voor de export. Dit verschilt per vleessoort, maar alle soorten krijgen te maken met ernstige marktverstoringen.
Bij een MKZ-uitbraak heeft het ministerie van EL&I de leiding. De Nederlandse veehouderij neemt daarnaast haar eigen maatregelen; zo stelt het Productschap voor Vee en Vlees (PVV) een crisisteam in.
Toekomstige maatregelen
De Nederlandse vee- en vleessector wil het uit productie halen van gezonde dieren bij een MKZ-uitbraak zoveel mogelijk voorkomen. De sector steunt het ontwikkelen van een Diva-vaccin, zodat onderscheid kan worden aangetoond tussen de gevaccineerde niet besmette dieren en de besmette dieren. Een voorwaarde voor deze aanpak is, dat vlees van gevaccineerde, niet besmette dieren vrij in de EU kan worden afgezet. Ook landen buiten de EU moeten overtuigd worden dat zij zonder risico dit vlees kunnen afnemen.
Internationaal
MKZ komt nog op veel continenten voor en de kans op insleep blijft bestaan. In 2001 was er een grote uitbraak in Groot Brittannië, waarbij andere Europese landen met uitbraken te maken kregen. Zo werd ‘Nederland’ geïnfecteerd door de aanvoer van kalveren uit Ierland die besmet werden op een halteplaats in Frankrijk, waar kort daarvoor besmette Britse schapen waren aan- en afgevoerd.
De wijze waarop MKZ moet worden bestreden, is vrijwel geheel bepaald in EU voorschriften. In Nederland zijn deze opgenomen in de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Individuele lidstaten kunnen intern maatregelen treffen die verder gaan dan de door Brussel voorgeschreven maatregelen. Soms moet wel eerst akkoord van de EU worden verkregen. Internationaal worden maatregelen beoordeeld door het permanent comité voor de voedselketen en de diergezondheid. In 2003 hebben alle lidstaten een Europese richtlijn ter bestrijding van Mond- en Klauwzeer aangenomen.
Cijfers
Sinds 1 maart 1991 wordt in Nederland niet meer gevaccineerd tegen MKZ. In maart en april 2001 zijn in Nederland 26 uitbraken vastgesteld. Nederland is vanaf 25 juni 2001 weer officieel vrij van de ziekte.
In 2000 is Griekenland vanuit Turkije besmet geraakt.
In 2001 is Groot Brittannië besmet geraakt en verklaard. Dit leidde er tot meer dan 2000 uitbraken. Vanuit Groot Brittannië is Frankrijk besmet (2 bedrijven) en Ierland (1 bedrijf). Via Frankrijk is Nederland besmet (26 bedrijven). Op 25 juni 2001 is Nederland door de EU weer officieel vrij verklaard.
Begin januari 2002 is Groot Brittannië officieel vrij verklaard en daarmee was de hele EU officieel vrij van MKZ. In augustus 2007 volgde door een lekkage uit een laboratorium nog een uitbraak in Groot Brittannië, maar door een adequate aanpak was dit snel onder controle.
Bronnen en links
De lekkerste recepten, winacties en meer ontvangen?
Schrijf je direct in: