BVD (Bovine Virale Diarree) is een infectieziekte die wereldwijd voorkomt bij rundvee. BVD is niet overdraagbaar van dier op mens en is dus geen zogeheten zoönose. Een uitbraak van BVD kan leiden tot het ziek worden van runderen (of kalveren) en ook tot uitval. Het vormt geen risico voor de volksgezondheid, ook niet door het consumeren van melk of vlees.
BVD
BVD staat voor Bovine Virale Diarree en komt als virusziekte wereldwijd bij rundvee voor. Of een dier ziek wordt, hangt mede af van de weerstand van het dier. Als een (jong) dier met het virus in aanraking komt, maakt het (levenslang) afweerstoffen aan. Uit onderzoek blijkt zo’n driekwart van de NL veestapel genoeg afweerstoffen te hebben en van nature beschermd te zijn tegen BVD.
Veehouders kunnen signalen van BVD herkennen aan minder groei, vaker ziek zijn en dus minder (melk) produceren en mogelijk uitval onder de runderen (kalveren). Er zijn testen om BVD vast te stellen (PCR, ELISA en viruskweek). Runderen (kalveren) die het BVD-virus dragen besmetten elkaar door direct contact (neus) of door contact met besmet materiaal (inseminatie).
Er zijn twee verschillende BVD virussen die ziekte kunnen veroorzaken:
- BVD type 1 virus is een relatief mild virus en komt algemeen in Nederland voor. Dieren, die er ziek van worden, kunnen symptomen hebben zoals diarree, koorts en verminderde eetlust.
- BVD type 2 virus is agressiever dan type 1 en kwam tot voor kort in Nederland niet voor. Besmette runderen (kalveren) vertonen onder meer ademnood, zoals hoesten of een hogere frequentie van de ademhaling en hebben koorts.
BVD is een ‘zwak’ virus, dat niet houdt van warmere temperaturen en ook gevoelig is voor zeep en andere ontsmettingsmiddelen. Bij lagere temperaturen kan het langere tijd – tot wel 80 dagen – infectieus blijven.
Beleid
Veehouders en dierenartsen in Nederland dragen dagelijks zorg voor de gezondheid van de veestapel. Bij een BVD-besmetting wordt samen met de Gezondheidsdienst voor Dieren onderzoek gedaan naar het virus en de verspreiding. Met de onderzoeksgegevens wordt per bedrijf een plan opgesteld.
Het BVD-virus zorgt voor de aanmaak van antistoffen en dus tot weerstand. Is dat proces eenmaal op gang, dan is een veestapel op natuurlijke wijze beschermd. De Gezondheidsdienst voor Dieren biedt veehouders een checklist rond preventie, maar ook een programma om BVD-vrij te kunnen worden.
Als bekend is dat er BVD heerst, letten ondernemers bij het verhandelen of verplaatsen van runderen (kalveren) extra op de gezondheid en wordt onderling contact tussen dieren zo mogelijk vermeden, bijvoorbeeld door het gescheiden houden van dieren (kanalisatie). Door gezonde en zieke dieren te scheiden, door het verstrekken van garanties via kwaliteitssystemen (zoals SKV) wordt de gezondheid en het welzijn van de dieren geborgd.
Nederland heeft twee BVD vaccins beschikbaar (met dode entstof tegen type 1).
Internationaal
Steeds meer landen in de EU doen hun best om helemaal BVD-vrij te worden. In Nederland heeft de Gezondheidsdienst voor Dieren een BVD-programma, waar veehouders aan kunnen deelnemen. Duitsland heeft BVD aangemerkt als een dierziekte, die altijd bij de autoriteiten moet worden aangemeld. Er wordt gebruik gemaakt van levende entstof.
Cijfers en feiten
Sinds maart 2013 is in Nederland bij enkele bedrijven voor het eerst besmettingen vastgesteld met het BVD type 2. De besmetting lijkt te komen uit Duitsland waar (in Nordrhein Westfalen en Niedersachsen, maart 2013) 8 melkvee- en 3 kalverbedrijven zijn besmet. In juni en juli is er in Nederland een nieuw aantal besmettingen bijgekomen.
Bronnen en links
De lekkerste recepten, winacties en meer ontvangen?
Schrijf je direct in: