BSE staat ook wel bekend als de ‘gekke koeienziekte’ Het is in 1986 voor het eerst geconstateerd bij rundvee in Groot Brittannië. BSE wordt veroorzaakt door prionen, eiwitten die infectieziekten in de hersenen veroorzaken. Een oorzaak van deze aandoening kan zijn het niet voldoende verhitten van diermeel van herkauwers en door het voeren hiervan aan runderen. Europa heeft BSE effectief weten te bestrijden. Het verwerken van diermeel in de rundervoer is verboden, runderen worden na de slacht getest en delen van het rund waar de prionen zich kunnen ophopen, worden verwijderd. Consumenten kunnen zodoende veilig rundvlees kopen en eten.
BSE
BSE (Bovine Spongiform Encephalopathy) is een aandoening die bij rundvee het centrale zenuwstelsel aantast. Het veroorzaakt holten in de hersenen van besmet vee. Dit komt door ‘prionen’. Dit zijn infectieuze eiwitten die ernstige infectieziekten aan de hersenen veroorzaken. Het uit zich door afwijkingen in de hersenen, gedragsveranderingen en (de bekende) bewegingsstoornissen. Besmetting met BSE komt (pas) tot uiting na enkele maanden tot vele jaren.
Wetenschappers vermoeden een verband tussen BSE en de menselijke variant Creutzfeldt-Jakob Disease (vCJD). Temeer, omdat vCJD voor het eerst in 1995 is voorgekomen in Groot Brittannië: enkele jaren na de eerste gevallen van BSE bij runderen. Volgens het RIVM is deze variant van Creutzfeldt-Jacob zeer waarschijnlijk het gevolg van het eten van met BSE besmet rundvlees (hersen- en zenuwweefsel). Overheden en rundveehouderijen hebben alle mogelijke voorzorgsmaatregelen genomen om mogelijke overdracht van BSE door besmette runderen op mensen te beperken.
Varianten van BSE
De vorm van BSE die ontstaat door hergebruik van dierlijke eiwitten in diervoer noemen we klassieke BSE. Het is de variant die in 1986 voor het eerst gevonden werd in Groot-Brittannië. Er is daarnaast een andere variant, de zogeheten atypische variant. Die kan sporadisch voorkomen bij oudere koeien, een soort ‘ouderdoms-BSE’. Deze vorm is ongevaarlijk voor mensen. De koe heeft de ziekte spontaan gekregen, vermoedelijk door een afwijkende vouwing van het prioneiwit.
Aanpak
De EU stelde een algemeen verbod in om diermeel toe te voegen aan diervoer. Zogeheten risico-materiaal (hersenen, ruggenmerg e.a.) wordt verwijderd en vernietigd. Dit is materiaal waarin het prion zich kan bevinden. Alle runderen van 48 maanden en ouder zijn na de slacht getest op BSE. Deze testleeftijd is in juli 2011 verruimd naar 72 maanden en ouder.
Diermeelverbod
In Nederland wordt sinds 1989 geen diermeel van herkauwers (waaronder runderen vallen) meer verwerkt in voer voor herkauwers. Sinds 1 maart 1999 geldt in Nederland een totaalverbod op diermeel in diervoeders voor herkauwers.
Na een totaalverbod sinds 2021 op diermeel in voer voor alle landbouwhuisdieren, dus ook voor varkens en kippen, keurde het Europees Parlement eind 2021 een wetswijziging goed om veilige dierlijke bijproducten (zoals diermeel) weer te mogen verwerken tot voer voor varkens en pluimvee. Dit betekent dat alleen diermeel van varkens en kippen mag worden gebruikt en dat daar geen rundermeel in mag zitten. Daarnaast mag varkensmeel alleen in diervoer voor kippen worden verwerkt, en pluimveemeel mag alleen in diervoer voor varkens. Ook wordt het gebruik van insecteneiwit toegestaan.
Diervoeder in Nederland bestaat al voor 43% uit restproducten. Door gebruik van diermeel in voer (op een voedselveilige manier) toe te staan, kan de vee- en vleesketen nog meer reststromen tot waarde brengen en de dierlijke eiwitketen meer circulair worden. Het Europese Voedselveiligheidsagentschap (EFSA) brengt advies uit onder welke specifieke toepassingen diermeel in het diervoer overwogen kan worden.
Risicomateriaal
Op Europees niveau is afgesproken welke delen van slachtdieren als risicovol worden gezien voor besmetting. Dit specifiek risicomateriaal moet worden vernietigd. Voor runderen, schapen en geiten zijn dit onder meer het ruggenmerg, de hersenen, de ogen en amandelen. Extra voor het rund: de darmen en ruggenmerg inclusief wervelkolom. Extra voor schapen en geiten: de milt.
Testen
Sinds 1 januari 2001 is er in heel Europa een BSE-testprocedure. Regelmatig bezoeken dierenartsen de veebedrijven om runderen te bekijken. Verdachte dieren worden getest. Daarnaast worden BSE testen uitgevoerd in de slachterijen. Bij runderen van 30 maanden en ouder is het mogelijk om door onderzoek van de hersenen te beoordelen of de dieren BSE verschijnselen hebben. Zo zijn vanaf 2001 alle runderen van 30 maanden en ouder bestemd voor humane consumptie getest op BSE. De genomen maatregelen bleken effectief en het aantal BSE-gevallen is fors gedaald. Daarom heeft de Europese Commissie de testleeftijd voor runderen per 2011 te verhogen naar 72 maanden en ouder. Op basis van wetenschappelijke adviezen werkt de Europese Commissie aan plannen om de maatregelen verder te versoepelen. Zo wordt gekeken naar het verruimen van het diermeelverbod.
Status
Afgelopen jaren was internationaal sprake van een afname van BSE-gevallen van ongeveer 50% per jaar. In Nederland is in 2009 geen geval van BSE meer vastgesteld; in 2010 kwamen nog twee besmette oudere koeien boven water. Inmiddels heeft Nederland de hoogste (beste) veterinaire status waarbij BSE gezien kan worden als ‘verwaarloosbaar risico’.
Controlebeleid
Sinds 2009 is de BSE testleeftijd voor runderen verhoogd naar 48 maanden en medio 2011 naar 72 maanden. Dit kon omdat de BSE-monitoring in de EU heeft laten zien, dat dit niet ten koste gaat van het beschermingsniveau voor de consument. In 2013 is het testbeleid verder afgebouwd. Vanuit de EU gelden (behalve voor Bulgarije en Roemenië) dan geen testvoorschriften meer (behalve bij zorgslacht en kadavers) en is het aan de individuele lidstaten. Nederland gaat zich beperken tot 1 à 2% van het aantal (gezonde) runderen. De Commissie baseert zich op een wetenschappelijke analyses van de EFSA.
Internationaal
In de Europese Unie kwam 99% van de BSE-gevallen voor in Groot-Brittannië. Maar ook in andere landen is BSE aangetroffen, zoals Ierland, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, Finland, Oostenrijk, Italië, Griekenland, Luxemburg, Spanje en Denemarken, Cyprus. Estland, Hongarije, Litouwen, Polen, Slowakije, Slovenië, Tsjechië. Buiten de EU is BSE vastgesteld in de VS, Israël, Zwitserland, Japan.
Cijfers Nederland
In Nederland zijn tussen 1997 en 2010 van de klassieke variant 88 gevallen gevonden. Daarop volgde het Europees verbod op het gebruik van diermeel in voer voor runderen. In 2010 en 2011 zijn nog drie gevallen vastgesteld bij zeer oude koeien, geboren voor de instelling van het totaalverbod op het gebruik van diermeel. Eén van de drie gevallen betrof ‘atypische BSE. De 12 jaar daarna is BSE niet meer aangetroffen, tot een besmetting met (voor de mens ongevaarlijke) atypische BSE begin 2023.
Bronnen en links
De lekkerste recepten, winacties en meer ontvangen?
Schrijf je direct in: