De trend om meer vleesvervangers te willen eten is vaak niet zo gezond als veel wordt gedacht. De World Health Organisation (WHO) geeft aan dat talloze ultra processed foods geen goede alternatieven zijn van vlees. Zo bevatten ze vaak veel zout, suikers en weinig vitaminen en mineralen. Meer onderzoek naar het effect van deze producten is volgens de WHO hard nodig.
Dr. Kremlin Wickramasinghe van de WHO begrijpt het streven naar een gezonder en milieuvriendelijk voedingspatroon. ‘Plantaardige diëten verschillen echter wel erg van elkaar en zijn dus niet per definitie gezond.’
Veel plantaardige vervangers, ook wel ‘analogues’ genoemd, vallen onder de ultra processed foods (UPF’s). UPF’s zijn sterk bewerkte voedingsmiddelen waaraan vaak veel ingrediënten zijn toegevoegd. Ze bevatten veel calorieën en vaak veel zout, verzadigd vet en suikers. Het aandeel voedingsvezels, vitamines en mineralen is volgens de WHO in deze producten juist laag vergeleken met onbewerkte (natuurlijke) producten zoals vlees, zuivel en sommige plantaardige producten.
Uit het WHO onderzoek blijkt dat het regelmatig eten van UPF’s tot negatieve effecten op de gezondheid kan leiden. Denk aan overgewicht, obesitas, kanker, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Dit is zorgelijk omdat veel consumenten juist denken, dat plantaardige producten altijd gezond(er) zijn.
‘Het grote probleem is dat niet duidelijk is wat de voedingswaarde van deze producten is en hoe ze bijdragen aan de kwaliteit van ons dieet. Overheden kunnen hier dus niet goed op sturen,’ zegt dr. Wickramasinghe. ‘Met alleen het advies om meer plantaardig te eten zijn we er niet. Een duidelijk en wetenschappelijk onderbouwd verhaal is nodig om goede voedingsrichtlijnen op te stellen.
Om beleidsmakers te helpen moet er meer onderzoek komen op basis van onder andere echte voedingspatronen en minimaal bewerkte producten. De voedingswaarde van alternatieven voor vlees moeten beter kunnen worden vergeleken.
Bron: WHO