Vlees minderen in Nederland lost de mondiale milieuvraagstukken niet op. Dat is de lijn van ons themadossier duurzaamheid op Vlees.nl.
De bijdrage van Nederland aan de Carbon Footprint is erg beperkt. Zelfs als we de cijfers van ‘het rijke westen’ (Noord Amerika en Europa) optellen, is de voetafdruk en de bijdrage aan de broeikasemissie nog relatief.
Zo wordt 40% runderen in de wereld gehouden in Noord Amerika en Europa. In aanleg is dat veelal voor zuivel, in tweede instantie voor vlees. Het aandeel in de emissie is echter (slechts) 20%.
De continenten Zuid Amerika, Afrika en Azië benutten met hun grote (extensief, buiten gehouden) veestapels veel landbouwgrond en leveren bijna de helft aan van alle emissiegassen.
Zelfs het halveren van de vleesconsumptie door ‘het westen’ zou dus maar erg beperkt bijdragen aan effectieve terugdringing. Beperking van het broeikaseffect wordt gerealiseerd als de zuidelijke en oostelijke continenten een omslag weten te bewerkstelligen in hun grondstofgebruik en hun wijze van produceren. Juist daar zitten economieën waarvan wordt verwacht dat de welvaart van de bevolking en de vleesconsumptie zullen gaan stijgen.
Europa en Noord Amerika kunnen ten aanzien van het mondiale vraagstuk van de Carbon Footprint vooral als voorbeeld dienen, het bewustzijn rond diverse vraagstukken vergroten en kennis uitdragen en exporteren over milieuvriendelijker systemen voor het houden van vee.
Zo ontwikkelt in Nederland de Wageningen Universiteit (WUR) samen met de vee- en vleessector systemen die waar mogelijk uitgaan van integrale duurzaamheid. In alle onderdelen van de bedrijfsvoering en in de hele keten gewerkt aan een (lagere) CO2 uitstoot.