Nieuwe food consument zet verhoudingen op scherp

De consument wordt machtiger, ‘food is fashion’ en de noodzaak van een goed verhaal wordt steeds sterker. Volgens Jan Willem Grievink van het Food Service Instituut is er afgelopen drie jaar op foodgebied meer veranderd als in de dertig jaar daarvoor. Griefink ziet vier grote bewegingen rond vraag en aanbod van voedingsmiddelen.

Trend 1: maatwerk en kwaliteit

Consumenten bewegen weg van het gemiddelde ‘mainstream’ aanbod. Supermarkten zijn allemaal op elkaar gaan lijken en staan als middensegment onder druk. Andere segmenten, zoals de discounter of het premiumkanaal winnen terrein. Producenten die maatwerk, kwaliteit én ambacht leveren, hebben wind mee.

Trend 2: nieuwe verhoudingen

De foodshopper verovert de keten, en online groeit stormachtig. Dit zet hele ketens in beweging, supermarkten zien B-merken wegzakken en private label opkomen. De rol van de consument wordt steeds groter. Die vindt overal wat van: van het voedselvraagstuk in relatie tot het milieuvraagstuk, duurzaamheid en mensenrechten. De foodshopper is op de nieuwe media en laat van zich zien en horen. Reputatieschade voor product of producent ligt voortdurend op de loer. Leveranciers kunnen dit oppakken als ze kwaliteit leveren, als ze transparant, eerlijk en authentiek zijn en zorgen dat het verhaal klopt. Ook kunnen ze consumenten betrekken in smaakpanels of met acties op de nieuwe media.

Trend 3: (real) food is fashion

Industrialisering van de productie is onontkoombaar, maar de consument loopt er niet warm voor. ‘Food is fashion’. Culinaire én kritische tv-programma’s over voedsel zijn populair. Leveranciers of voedingsproducenten moeten (nog) veel sterker denken vanuit de gebruiker dan vanuit het eigen product. De consument van nu wil panklare producten, mét een recept erbij om eens wat anders met het product te doen, liefst voorzien van de benodigde kruiden en ingrediënten voor een complete schotel.”

Trend 4: nieuwe afzetcombinaties

De huidige consument trekt zich niks meer aan van de traditionele indeling van de afzet van voedingsmiddelen. De foodshopper laat grenzen tussen foodkanalen verdwijnen. Supermarkten verkopen producten voor consumptie ‘on the go’, verswinkels hebben een eet-/koffiehoek.
Combinaties van service en retail vinden we tegenwoordig op (tank)stations en bij speciaalzaken, maar ook de scheiding tussen non-food en foodservice vervaagt.

De consument vindt volgens Griefink overal de gewenste variaties. Via internet zijn dat nieuwe producten of diensten. Dan zoekt hij of zij daar de beste kwaliteit of de voordeligste variant. Hij rijdt zelf rechtstreeks naar de boer voor versproducten of koopt koffie of wijn in het restaurant. Concepten die hier op inspelen doen het goed.

De fysieke winkels zullen volgens Griefink echt nog wel blijven bestaan. Het is voor de consument niet rendabel om twee karbonaadjes bij de boer te halen. En online aankopen zijn eigenlijk vooral interessant bij overzichtelijke volumes en een langere houdbaarheid.

Bron: Foodinbusiness

Vlees.nl

Algemene achtergrondinformatie lees je in ons thema ‘trends in vlees’.