De invoering van een minimumloon in Duitse slachterijen is een belangrijke stap voorwaarts. Volgens de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) moeten vleesproducenten in Nederland immers met dezelfde uitgangspunten kunnen werken als die in andere EU-landen. Zo hanteerde Duitsland geen minimumloon, waar dit in Nederland wel geregeld is.
De COV is dan ook positief over het akkoord tussen de grotere slachterijen in Duitsland en de bonden: ‘Het is in eerste instantie vooral goed voor de werknemers in Duitse slachterijen. Maar een gelijk speelveld in alle EU landen is in het algemeen van belang. Wij hebben er samen met werknemerorganisaties in Den Haag en Brussel op gehamerd. Verschillen in loon van 15 tot 25% binnen een Europese regio zijn niet uit te leggen en ook niet houdbaar.’
De COV waarschuwt dat nog niet alle verschillen zijn opgelost: ‘Het zou goed zijn als naast de introductie van minimumlonen ook verschillen in arbeidsduur en toeslagen worden overbrugd.’
Ook voor de consument is het Duitse akkoord van belang. Volgens de COV gaat de Nederlandse vleesproductie in hard tempo naar een marktpositie, waarin integrale duurzaamheid centraal staat. Het opheffen van een oneigenlijk kostennadeel met Duitsland moet Nederlandse ondernemingen extra ruimte geven om die ambitie verder in te vullen. Uiteindelijk moet de consument kunnen blijven kiezen voor vlees van goede kwaliteit, duurzaam geproduceerd, met een eerlijk verhaal en tegen een prima prijs.