Huisvesting moet dieren bescherming bieden tegen weersinvloeden en moet zorgen voor veiligheid en welzijn voor het dier en de verzorger. Ook moet het economisch rendabel zijn en overlast naar de omgeving beperken.
In het dossier ‘Huisvesting’ worden alle aspecten op dit gebied besproken.
Bij huisvesting wordt onder andere gelet op dierenwelzijn. Het dier moet zich prettig voelen, want onvoldoende welzijn leidt tot onrust, maar ook tot minder productie en minder goede resultaten. De uitvoering en indeling van de stallen worden voortdurend aangepast aan de nieuwe inzichten, wettelijke eisen en maatschappelijke wensen.
Veehouders, Dierenbescherming en onderzoeksinstellingen werken op dit punt samen bij de zoektocht naar diervriendelijke én rendabele stallen. Schaalvergroting en efficiëntie kunnen hand in hand gaan en kunnen tegelijk leiden tot een verder verbeterd welzijn voor de dieren. De Dierenbescherming heeft het Beter Leven Keurmerk ontwikkeld om vlees dat geproduceerd is met extra aandacht voor dierenwelzijn, makkelijker herkenbaar te maken.
Voor elk dier kan welzijn in de praktijk wat anders betekenen. Daarom stelt de Europese overheid minimumeisen voor het houden van dieren in Europa. De regels zijn in Nederland vastgelegd in wetgeving.
Nederlandse stallenbouwers zijn toonaangevend in de wereld en de Nederlandse vleesketen loopt voorop als het gaat om huisvesting met aandacht voor dierenwelzijn.
Nederland blijft dan ook innoveren om de huisvesting verder te verbeteren . Momenteel is er onder andere onderzoek naar groepshuisvesting voor varkens, zachtere ligplekken voor kalveren en verlaging van de ammoniakuitstoot.