Calorieën staan standaard op voedselverpakkingen en steeds meer restaurants vermelden ze. Ervaringsdeskundige Peter Wilson schreef in The Economist dat we beter kunnen stoppen met het tellen ervan. Volgens hem maakt het niet slank maar juist dik, zo meldt het AD.
Het calorieën tellen stamt af van het systeem van Wilbur Atwater die medio 1890 concludeerde dat eiwit, vet en koolhydraten een vaste energie-factor zouden hebben. Het doet er niet toe in welk voedsel het zit: koolhydraten en eiwitten bevatten 4 calorieën per gram, vetten 9 en alcohol 7, etc. Toen medio jaren 60 steeds meer mensen overgewicht kregen, werden diëten erg populair. Vet zou de grootste boosdoener zijn, want bevat de meeste calorieën en ging in de ban, suiker en koolhydraten werden gezien als gezonder.
In 1977 gaf de Amerikaanse Senaat het advies een vet- en cholesterolarm dieet te volgen. De industrie begon vetten te vervangen door suiker, zetmeel en zout. Die ontwikkeling zorgde niet voor de verwachte verbeteringen. Volgens Wilson namen gewichtsproblemen juist toe, omdat calorieën-tellers er geen rekening mee hielden, dat iedereen eten in een ander tempo verbrandt. Verder zijn van invloed het aantal uren aan slaap, het moment van eten, de maag-bacteriën en de lengte van je ingewanden.
De roep om te stoppen met het tellen van calorieën wordt in Nederland gedeeld door diëtisten en vitaliteitscoaches, stelt het AD. Het Voedingscentrum geeft daarentegen al jaren aan hoeveel calorieën je ongeveer zou moeten eten: vrouwen zo’n 2000 kilocalorieën en mannen 2500. Deze overheidsdienst adviseert verder vooral te eten volgens de Schijf van Vijf, waarin bijvoorbeeld voor energierijk broodbeleg, zoals oude kaas of vleeswaren geen plaats is, schrijft het AD.
Bron: AD
Vlees.nl
Algemene achtergrond informatie leest u in onze rubriek voedingswaarde en ook op onze themapagina over vetten.