‘Al het vlees in 2035 biologisch’ is (economisch) volstrekt onrealistisch en bovendien helemaal niet duurzamer. Dat schrijft vak-journalist Reinout Burgers (VORK) in reactie op het ideaalbeeld van Tweede Kamerlid Laura Bromet (Groen Links). Hij nam enkele ‘politieke aannames’ onder de loep.
De biologische varkenshouderij zou beter zijn voor het dierenwelzijn, het milieu en de gezondheid: politieke dagdromerij of een nieuw agro-economisch perspectief?
Stel nou, dat alle ruim 4.000 varkenshouders komende jaren zouden (moeten) overstappen op een biologische productie. Kan dat en hoe zou die varkens-vlees-wereld er uitzien?
Biologische aandelen
Het CBS telde in 2018 ruim 160 biologische varkensbedrijven met zo’n 97.000 varkens (vleesvarkens, fokvarkens en biggen) Dat is (slechts) 4% van de varkensboeren en (maar) 0,78% van de totale varkensstapel. In 2017 is in Nederland 8,2 miljoen kilogram varkensvlees (karkasgewicht) geproduceerd.
In 2017 zijn 92.500 biologische vleesvarkens geslacht; de productie stijgt zo’n 10% per jaar. Jaarlijks schakelen circa 10 varkensbedrijven om naar biologisch. Nederland staat – na Denemarken en Frankrijk – in de Europese top drie van lidstaten, met de meeste biologische varkens. De groei gaat gelijk op met de (beperkte) afzetmarkt. Komt er teveel op de markt, dan daalt de prijs of wordt het ‘onverkoopbaar’, zodat de balans tussen hoge (productie)kosten en inkomsten scheef trekt en biologische varkenshouders verlies lijden, dan wel failliet gaan.
Het nieuwe ‘mega’
In het geval (ook een aanname) dat 18 miljoen Nederlanders medio 2035 zo’n 20% minder varkensvlees zouden eten, dan betekent dat – nog altijd – een consumptie van 540 miljoen kilo. Als dat allemaal biologisch moet wezen, dan moet er in 2035 nog zo’n 519 miljoen kilo extra biologisch varkensvlees geleverd worden. Dit betekent een productie die 24 keer (!) hoger moet liggen. Een onrealistisch getal en zelfs als de Nederlandse sector alleen voor de Nederlandse markt zou produceren…
Nederland zou in 2035 meer dan 10.000 biologische varkenshouderijen (van de huidige omvang) moeten hebben. Daarvoor zijn bijna 6000 nieuwe varkenshouders nodig (die er niet zijn). Een alternatief is dat biologische varkenshouderijen 2,5 keer zo groot (= ‘het nieuwe mega’) moeten worden om een benodigde productie van 130.000 kilogram per bedrijf te kunnen realiseren.
Ruimte
Voor biologisch is per varken meer ruimte nodig voor stallen en uitlopen, die zeker niet overal voorhanden is. Bovendien: er is biologisch veevoer nodig voor 2,5 miljoen varkens. Nederlandse akkerbouwers dienen massaal over te stappen op de teelt van biologische gewassen, want er moet – vanwege het klimaat – zoveel mogelijk regionaal geproduceerd worden.
Het biologisch ideaal vergt dat varkenshouders honderden miljoenen zouden moeten investeren, wat terugverdiend zal moeten kunnen worden, maar wat volstrekt niet in lijn is met de huidige bescheiden marktontwikkeling.
Als ‘de politiek’ de markt wil passeren en biologisch zou willen ‘verplichten’, moeten Europese wet- en regelgeving in Nederland en de EU fundamenteel worden aangepast en gaan lijken op staats-totalitarisme en indruisen tegen de geest van democratie, vrijheid en (internationale) vrijhandel. Daarnaast is het de (politieke) vraag of het wenselijk is de minder koop-krachtigen op te zadelen met (fors) hogere voedselprijzen.
Winst ?
Welke ‘winst’ is er dan als de varkenssector geheel zou overstappen op biologisch?
Financieel schiet de varkenshouder niks op. Los van de hoge investeringen en de trage markt: als elke varkenshouder biologisch wordt, is het vlees in de markt niet meer onderscheidend en zal het geen meerprijs (meer kunnen) genereren.
Ook de veronderstelde verbetering van de gezondheid van mensen is twijfelachtig. Biologisch is niet per definitie gezonder (leefstijl, hoeveelheden en variatie zijn meer bepalend dan een enkel product c.q de productie daarvan, red.)
De stelling dat biologisch ook beter is voor het milieu hebben wetenschappers al ontkracht. De CO2-voetafdruk van een biologisch varken is groter dan van een gangbaar varken.
De ‘winst’ die gemaakt wordt, ligt hooguit op het gebied van dierenwelzijn, uitgezonderd dan een hogere biggensterfte bij biologisch.
Als rond het welzijn de gangbare varkenshouderij stappen vooruit blijft maken, lijkt deze bedrijfsvorm op zo’n beetje elk gebied een beter perspectief te bieden om Nederland (en daarbuiten) van (politiek) verantwoord varkensvlees te voorzien.
Bron: Reinout Burgers voor VORK
Reactie Vlees.nl
Vlees.nl heeft geen (politieke) voorkeur voor een bepaald concept, maar houdt wel van transparantie en realisme rond de voors en tegens.
Zie verder bijvoorbeeld ons thema ‘trends & concepten‘.