Nederland en België zijn de beste plaatsen om landbouw te bedrijven. Waarom zouden we hier dan onze vee- en vleesketens moeten afbouwen en feitelijk verplaatsen naar minder efficiënte regio’s. Dat vraagt directeur Joris Relaes van het Vlaams Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek (ILVO) zich af.
De directeur deed zijn uitspraak (die ‘viraal’ is gegaan) in een zitting in het Vlaamse parlement. Hij wees erop, dat bijvoorbeeld de Vlaamse melkveesector de methaan-uitstoot met 34% heeft weten te verminderen door maatregelen rond het voer en het bedrijfsmanagement. De bekendmaking van dit resultaat heeft de algemene media echter niet gehaald.
Als NGO’s en anderen niettemin maar (gratuit) blijven roepen om het inkrimpen van de veestapel als ‘enige oplossing’, dan stelt de top-onderzoeker zich de vraag waarom de beste landbouw ter wereld (hier) zou moeten krimpen, met een verschuiving naar minder efficiënte gebieden en dus minder goede milieuprestaties als enige feitelijke gevolg.
Landbouw, staal en chemie
Releas zei het ook nogal vreemd te vinden, dat landbouw zou moeten aftoppen, waar andere sectoren met een veel grotere uitstoot nooit gevraagd wordt om de productie te gaan terugbrengen. Zo heeft één grote staalproducent in Gent al een grotere impact op het milieu dan de hele Vlaamse landbouwsector bij elkaar. En het is volgens de wetenschapper ook onlogisch dat de invoer van grondstoffen en de uitvoer van producten rond de landbouw (wél) ter discussie wordt gesteld, terwijl de hele chemiesector rond Antwerpen draait op geïmporteerde olie en een volledige uitvoer van plastics.
‘Als we op milieu- en klimaatgebied werkelijk iets willen bereiken, laten ons dan kijken waar in de wereld het best kan worden ingezet op voedselproductie. Laat ons hier verder ook inzetten op onderzoek en technologie om de productie zo klimaatvriendelijk mogelijk te maken, in plaats van het kind met het badwater weg te gooien’.
Bron
VORK, prikken in de voedselketen. Dit komt uit het magazine en staat niet online.