Runderen, schapen en geiten horen bij een duurzaam eetpatroon. Zonder deze herkauwers hebben we geen antwoord op de grote uitdaging om in 2050 een kleine tien miljard mensen te voeden. En als we het slim aanpakken, zorgen de herkauwers ook nog voor verkoeling van de atmosfeer. Dat zei hoogleraar Frank Mittloehner op een internationale symposium in Brussel over de rol van herkauwers in het voedsel- en klimaatvraagstuk. Zo schrijft VORK.
Waar sommige wetenschappers begin dit jaar nog (zwak onderbouwd, red.) pleitten voor (veel) minder vlees op het menu, het zogeheten EAT/Lancet-dieet, gingen andere wetenschappers nu fors in de tegenaanval. Met cijfers en argumenten lieten zij zien dat het frame dat productie en consumptie van dierlijke eiwitten ongezond is voor respectievelijk planeet en mens, de nodige bijstelling behoeft.
Koeien zijn geen auto’s
Een van de grootste misvattingen is de vergelijking van koeien met auto’s. Volgens Frank Mitloehner, hoogleraar aan de Universiteit van Californië (en actief en invloedrijk twitteraar) wordt het overgrote deel van de huidige opwarming veroorzaakt door gebruik (verbranding) van fossiele brandstoffen voor transport, industrie en verwarming. In de VS en Europa is de bijdrage van de landbouw ca. 9% waarvan je vervolgens de helft kunt toeschrijven aan de veehouderij (wat bovendien circuleert in een ander meer ‘gesloten’ systeem van CO2 uitstoot en opname, zie verder ook ons thema over de Carbon Food Print, red.).
Nutteloos vee
De tweede misvatting is dat (te) vaak met mondiale cijfers wordt gewerkt als het gaat over de uitstoot van de veehouderij. Dat vertroebelt het zicht op de enorme verschillen die er zijn tussen de geïndustrialiseerde regio’s en de rest van de wereld. Het overgrote deel van de herkauwers bestaat uit wat Mitloehner ‘idle cows’ noemt: koeien (elders) die minder dan 2000 kilo melk produceren. Per kilo melk stoten ze tot 12 kilogram CO2-equivalenten uit. Komt de productie boven de 2500 kilo melk uit, dan daalt de uitstoot tot onder de 2 kilogram CO2-equivalenten per kilo melk.
Marginale gronden
Professor Mittloehner benadrukte dat de hoeveelheid beschikbare landbouwgrond in de wereld beperkt is. Ook daarom is het zo belangrijk dat herkauwers in staat zijn om de zogeheten marginale gronden te benutten, die voor geen ander landbouwdoel te gebruiken zijn. Dat varieert van ‘ruigere’ gebieden op andere continenten tot bijvoorbeeld de ‘wetlands’ zoals de Nederlandse graasgebieden. We kunnen dus niet doen alsof die wel voor andere landbouwdoelen (akkerbouw, gewassen) geschikt zouden zijn, als dat feitelijk niet het geval is.
Het symposium werd georganiseerd door de Belgian Association for Meat Science and Technology (BAMST) en de International Dairy Federation (IDF).
Bron (hele artikel): lees VORK