Voordat je met de BBQ kan beginnen, moet je het maken en onderhouden van het ideale vuur onder de knie hebben. Dat begint bij het aansteken van de briketten of de houtskool.
Met gevaar voor eigen leven gooien amateur BBQ-ers spiritus of andere brandbare vloeistoffen over de briketten. Dan even een lucifer aansteken, beetje afstand bewaren (of niet) en met een soepele beweging de vlam in de barbecue gooien. En voila: de briketten branden, maar hopelijk ook alleen de briketten… Papiertjes tussen de kolen aansteken en dan maar wapperen, blazen, vloeken en tieren: het komt het plezier allemaal niet ten goede. Maar hoe moet het dan?
Aanmaakblokjes
Een verstandige barbecuer legt aanmaakblokjes bij de briketten of kooltjes. Kies altijd de bruine aanmaakblokjes, die zijn gemaakt van natuurlijk materiaal. Ze stinken niet en branden schoon. Steek de blokjes aan en wacht rustig tot de briketten of kooltjes ‘witheet’ zijn met een mooi egaal aslaagje. Leg ze zo nodig met een (aparte) tang op de gewenste plek in je barbecue.
Een alternatief voor aanmaakblokjes zijn de aanmaakwokkels: opgerolde houtslierten, die een bolletje vormen. Ze vatten gemakkelijk vlam en branden ook heel schoon. Met een perfect smeulende barbecue heb je een basis om vlees goed te kunnen roosteren of grillen. Briketten blijven langer op temperatuur dan houtskool, maar met houtskool bereikt je barbecue gemakkelijk en snel een hoge temperatuur.
Je kunt direct of indirect grillen. Bij direct grillen rooster je het vlees boven een open hittebron (gloeiende kolen) zodat het vlees snel dichtschroeit. Bij indirect grillen heb je vaak een deksel als een regelbare afsluiting op de BBQ en gaar je het vlees met een hete lucht circulatie.
Direct grillen
Je verspreidt alle briketten over de bodem van de barbecue en je gaat boven de briketten grillen. Belangrijk is dat je begint met grillen als de briketten mooi egaal grijs-wit zijn. Begin niet te snel, want dan zal het ook snel verbranden. Direct grillen is voor veel producten een ideale methode.
Bij je gasbarbecue heb je alle branders aan en gril je dus direct boven het vuur. Belangrijk is dat je leert de temperatuur te controleren. Dit doe je door luchtgaten in de barbecue (ten dele) open of dicht te draaien.
Indirect grillen
Indirect grillen betekent dat je de briketten aan de linker en rechter kant legt van de barbecue en dus in het midden geen briketten hebt liggen. Dit zorgt er voor dat je een mooie gelijkmatige temperatuur creëert in de barbecue. Deze methode is ideaal voor het grillen van grote stukken vlees. Als je een ronde barbecue hebt kan je ook ring van briketten maken wat prettig werkt.
Bij een gasbarbecue kan je een kant uitlaten. Nadeel is dat je een minder mooie temperatuurverdeling hebt in de barbecue. Gevolg kan zijn dat het product wat je grillt aan één kant gaar is en aan de andere kant nog niet.
Warmtezones
Om met de BBQ goed te kunnen koken heb je goede warmtezones nodig.
Bij een houtskoolbarbecue kun je een deel creëren met twee lagen briketten en een deel met één laag briketten waardoor je dus ook in de barbecue een temperatuur verschil krijgt. Dit is een ideale manier als je verschillende producten grilt. Op het heetste deel grill je vlees en op het minder warme deel bijvoorbeeld de groente.
Bij een gasbarbecue kan je het ene deel op half vuur zetten en het andere deel op hoog. Voordeel is dat je het product op het ene deel kan aanzetten en vervolgens kan laten nagaren op het minder hete deel.