Drie methoden worden het meest benut: op open vuur, met de gasbarbecue of de elektrische barbecue.
Hoe?
Open vuur
De oudste manier van vlees bereiden is in de open lucht, op kolen. De voordelen zijn de hoge temperaturen, de authentieke smaak en je koopt een barbecue op kolen voor een relatief lage prijs. Nadelen zijn er ook: het is niet voor iedereen even gemakkelijk om een vuurtje te stoken en daarnaast moeten de ‘zware’ kolen gedragen worden en het levert rommel op. Na het barbecueën moet opruimwerk verricht worden.
Op gas
Het barbecueën op gas wint enorm aan populariteit en heeft de koppositie ingenomen. Aan smaak hoef je niet in te leveren in vergelijking met de barbecue op kolen. Maar het is makkelijker in gebruik en zorgt voor minder rotzooi. De gasbarbecues zijn eenvoudig aan te steken en binnen een paar minuten is een stabiele temperatuur bereikt. Vaak heb je ook nog verschillende braadzones en warm-houd-panelen zodat iedereen gelijktijdig van een lekker stukje vlees kan genieten! Nadelen van deze methode zijn het onderhoud, de omvang van het apparaat en minder hoge temperaturen dan op open vuur.
Elektrisch
De goede nummer drie bij (veel) Nederlandse liefhebbers is het elektrisch barbecueën. De meest fanatieke grillvreinden hebben nik sop met de elektrische barbecue. Wanneer je (maar) een paar keer jaar wil barbecueën is het een prima alternatief. De BBQ is snel op te starten en de temperatuur is makkelijk te regelen. Er komen minder schadelijke stoffen vrij. Je hebt in de tuin alleen stroom (stopcontact, verlengsnoer) nodig en je kunt beginnen! BBQ-diehards missen de authentieke barbecue-smaak.
Waarop?
In typische barbecuelanden wordt het hele jaar door gegrild in de buitenlucht. Het Nederlandse BBQ-seizoen is vrij afhankelijk van het weer, maar loopt pakweg tussen mei en september. De ontwikkeling van overdekte buitenkeukens maakt het inmiddels mogelijk om vrijwel het hele jaar door te BBQ-en.
Uit een onderzoek van een webwinkel (beslist.nl) komt een top vijf naar voren van de meest populaire BBQ’s.
Op 1: De Kogel
De kogelvormige ‘kettle’ barbecue is ontwikkeld in de Verenigde Staten. Tot de jaren ’50 werd in heel Amerika gebarbecued op bakstenen muurtjes met grillroosters. Het vuur doofde bij regen en de stenen barbecues waren niet te verplaatsen. Uitvinder en grillfanaat George Stephen zaagde een metalen scheepsboei in tweeën. Hij plaatste poten onder de ene helft en gebruikte de andere helft als deksel. De ‘kettle’ was geboren. Zijn opvolger is in Nederland de nummer één barbecue deze zomer.
Op 2: De Smoker
Smoken is het nieuwe grillen. Veel barbecuefanaten gaan voor een robuuste smoker BBQ deze zomer. Deze typisch Amerikaanse barbecue vindt zijn oorsprong in ‘meat packing’ stad Kansas City. Op een smoker ligt het vlees niet direct boven het vuur, maar het wordt langzaam gerookt. Door gebruik te maken van verschillende soorten hout krijgt vlees de echte barbecuesmaak.
Op 3: De Kamado
De kamado barbecue is gemaakt van keramiek. Deze eivormige houtskoolbarbecue is gebaseerd op de 3000 jaar oude ‘kamado’ kleiovens uit Japan.
Keramiek houdt warmte vast. De buitentemperatuur heeft geen invloed op de temperatuur in het gesloten ‘ei’. Zo kan de temperatuur in de BBQ vrij nauwkeurig worden geregeld. Kamado barbecues worden veel gebruikt door chef-koks, maar is ook bij liefhebbers en kenners een absolute hit.
Op 4: De Skottelbraai
Skottelbraais worden al jarenlang veel gebruikt in Nederland. De ‘braai’ komt van oorsprong uit Zuid-Afrika, waar veel werd gebarbecued op hout en tegenwoordig ook op houtskool en gas.
De moderne skottelbraai is een multifunctionele gasbarbecue, die meestal is uitgerust met een barbecuerooster, skottel en deksel. De skottel is geschikt voor pasta’s en sauzen. Ideaal voor op de camping!
Op 5: Betonnen BBQ
In de landen rond de Middellandse Zee wordt het hele jaar door buiten gegrild. De barbecue heeft er een vaste plek veroverd in de tuin. Dit zijn vaak robuuste houtskoolbarbecues, gemaakt van steen. In Nederland winnen de grote betonnen barbecues ook aan populariteit deze zomer. Door de schouw op de barbecue trekt de rook netjes omhoog. Hierdoor kan een betonnen barbecue goed worden gebruikt als terraskachel. Lekker als het wat afkoelt in de latere avond!
En dan nog dit: roken…
Om een heerlijke rooksmaak aan vlees te geven, kun je het roken. Dat doe je bij voorkeur in een speciale rookoven, rookkast of rookton met houtsippers of houtmot. Zie ook deze video.
Bij ‘warm roken’ gaart het vlees bij een temperatuur van zo’n 90-110 graden, afhankelijk van het stuk vlees. ‘Koud roken’ is lastiger en duurt veel langer. Het gebeurt bij een temperatuur van slechts 10 tot 25 gaden en het vlees moet goed gepekeld zijn.
…met een rookplankje
Wil je met de BBQ toch de rooksmaak hebben ? Dat kan op een (open) BBQ bij vleesstukken, die wat langer nodig hebben om te garen, een mooie smaakmaker zijn. Daarvoor kun je werken met een rookplankje. Deze zijn van cederhout: een sterk maar lichte houtsoort. Voor de BBQ moet de plank zeker een uur (maar liever een nacht) even goed weken in water: een glas wijn erin mag ook voor nog meer smaak.
Het rookplankje mag niet groter zijn dan de halve barbecue. Plaats de natte plank op de hete barbecue en wacht tot deze gaat roken. Dan is het tijd om het vlees erop te leggen.
Als u de plank recht boven open vuur plaatst, kunt u hem mogelijk maar één keer gebruiken. Als u hem naast de vlam legt, en de producten indirect laat garen, gaat de plank langer mee.