De boerderij, dat is waar het allemaal begint. Je hebt vast een idee van hoe een boerderij eruit ziet. Hoe zie jij het voor je? Is het groot, klein? Welke dieren staan er in de stal?
In Nederland zijn de meeste boerenbedrijven familiebedrijven. Dit betekent dat het bedrijf van generatie op generatie wordt doorgegeven. Er valt veel te vertellen over de boerderij: wat doet een boer de hele dag? Wat voor voer krijgen de dieren? Van welke dieren komt het vlees dat wij eten? Aan welke eisen moet een stal voldoen?
In dit artikel leggen we uit hoe in Nederland varkens, koeien en kalveren gehouden worden. Wanneer wij spreken over de vleessector hebben we het over boerderijen met varkens, koeien en kalveren. Een varkensboerderij ziet er anders uit dan een kalverhouderij.
Koeien
In Nederland is het aantal dieren dat uitsluitend voor rundvlees wordt gehouden relatief klein. Het meeste rundvlees komt van koeien die eerst een aantal jaren melk hebben gegeven. Deze koeien komen dus van melkveebedrijven. ’s Winters lopen de koeien in ligboxenstallen vrij rond en ‘s zomers op veel bedrijven buiten. Het komt voor dat runderen hun laatste periode (soms op aparte bedrijven) extra worden gevoerd om vlees aan te zetten voor ze naar de slacht gaan.
Kalveren
Nederland kent een gespecialiseerde kalverhouderij. De kalveren komen ook van melkveebedrijven. Een koe geeft alleen melk als zij ieder jaar een kalf krijgt. De boeren met melkveebedrijven kunnen de stierkalveren niet aanhouden. Daarom gaan stierkalveren en kalveren die niet voor de melkproductie worden benut als ze veertien dagen oud zijn naar de kalverhouderij. De dieren worden daar maximaal acht weken apart gehuisvest voor extra controle en verzorging. Daarna komen ze in groepen van zo’n acht of meer dieren bij elkaar.
Varkens
Voor varkens zijn wel speciale vleesbedrijven. De biggen worden geboren op een zeugenbedrijf. Wanneer ze oud genoeg zijn worden ze overgedragen aan een vleesvarkensbedrijf. Daar leven ze in groepen tot ze een gewicht van ongeveer 115 kilo hebben. De huisvesting van varkens hangt af van de leeftijd. Er zijn stallen voor drachtige zeugen en voor zeugen met biggen. Na een zoogperiode van 28 dagen worden de biggen in groepen overgebracht naar de biggenstal. Als de dieren dan zo’n 25 kilo wegen, worden ze overgebracht naar stallen waar ze worden grootgebracht. Lees meer over de stallen van de verschillende dieren op de pagina Dierenwelzijn.
Verzorging van de dieren
Op alle boerenbedrijven in Nederland is aandacht voor duurzaamheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid. De ene boerderij is de ander niet: er zijn varkensbedrijven met 300 varkens, en met meer dan 3.000 varkens. In het ene geval kan de boer met zijn gezinsleden samen de dieren verzorgen. In het andere geval neemt hij personeel aan dat speciaal opgeleid is om de dieren te verzorgen. Later in de serie zullen we meer vertellen over hoe de sector werkt aan een duurzame en verantwoorde keten.
Wil je een keer bij een boer kijken? Er zijn verschillende mogelijkheden en initiatieven waarbij boeren hun bedrijf openstellen of uitleg geven over wat ze doen, bijvoorbeeld in het weekend van het varken.