Om aandacht te vragen voor een politieke kwestie, verscheen popdiva Lady Gaga ooit op het podium in een jurk van vlees. Je kunt Gaga’s jurk ook zien als het symbool van een trend. Deze trend: eten is steeds vaker een bijna lijfelijk onderdeel van onze persoonlijkheid. Ja, eten behoort in onze tijd tot de ingrediënten waarmee je een eigen identiteit boetseert. Net als de popmuziek vroeger.
Je hoort het steeds vaker: “Ik ben wat ik eet”. In grote steden zie je dit ook: er is voor elke identiteit een bijpassend foodconcept. Zoals restaurants waar vleeseters zich niet vertonen en zaken waarvoor juist vleesmijders hun neus ophalen. Eten, zeker vlees, onderscheidt. Het lijkt ondenkbaar dat baardmannen in leren slagersschorten nog veganisten uitnodigen voor een hoog opvlammende vleesparty. Wat je eet of niet, dat staat voor iets. Deze ontwikkeling zal verder doorzetten. Wetenschappers werken driftig aan foodprofielen op basis van lichamelijke en medische eigenschappen. Zo ontstaan maatdiëten die eten nog persoonlijker maken. Op Spotify kun je straks ongetwijfeld bij elke foodpersoonlijkheid speellijsten vinden die de identiteit verder vervolmaken. Voor spekliefhebbers is er dan de speellijst ‘baconblues’: stokoude bluessongs met zoveel geruis dat het klinkt als het sissen van bacon in een braadpan.
Elvisburger
Zelf groeide ik op in een tijd dat popmuziek belangrijk was voor je identiteit. Eten nauwelijks. Ik at thuis wat de pot schafte. Desondanks associeer ik hamburgers met een levensgevoel uit een tijd dat ik nog niet bestond. De fifties, rock & roll, Amerikaanse diners, vetkuiven en leren jasjes. De eerste keer in mijn leven dat ik door een burger-drive reed, riep ik dit levensgevoel moedwillig op. Inclusief bijpassende muziek: uit mijn auto-radio-cassette-recorder klonk ‘Jailhouse Rock’ van Elvis. Het is echter meer een kwestie van nostalgische eetbeleving dan van levensstijl.
Chicago
Nu eten belangrijker wordt voor de identiteit, is het de vraag of muziek dat ook blijft. Tussen vlees en muziek bestaat wel een heel directe link. Vlees is zelfs te horen op veel baanbrekende songs. Lang werden de snaren van gitaren namelijk gemaakt van de darmen uit de slachterij. In Chicago gingen de omvangrijke vleesindustrie en de jazz zelfs hand in hand. In de stad zaten grote bouwers van drumstellen. De ketels van hun instrumenten waren bespannen met dierlijke huid uit de vleesindustrie. Luister je naar een oude opname van jazzlegende Gene Krupa, dan hoor je dus de vleesproducenten van Chicago. Trek je de trend van food als levensstijl consequent door, dan moet het veganisten ten sterkste worden afgeraden om Krupa’s muziek te consumeren.