door Ubel Zuiderveld, foodservice watcher
Vlees per post? Google maar eens. Je weet niet wat je ziet. Barbecuevlees. Vlees van Schotse Hooglanders. Vlees op abonnement. Vlees van geadopteerde beesten. “Vandaag besteld, vandaag verzonden.” PostNL Food levert het graag af aan je voordeur. Voor je het beseft liggen er varkenslappen in de diepvries, runderstukken in de gang.
Vlees aan het plafond
Vleesbezorging is het sluitstuk van een gemakscyclus. Lang leefden de consument en zijn consumptiedier onder één dak. Begin vorige eeuw zelfs nog. Na de slachtmaand november hingen de varkensdelen thuis te drogen aan het plafond en in de kachelschouw. De slagerij, de supermarkt, de koelkast en de diepvries dreven mens en dier uiteen. Nu zitten er tablets en smartphones tussen de mens en zijn vlees.
Muiltje van Zalando
Voor het FSIN onderzocht ik fooddelivery. In de breedste zin. Pizzakoeriers, wijnclubs, seniorenmaaltijden, websupermarkten et cetera. De groei is verpletterend. Alles opgeteld 1,7 miljard euro omzet in 2016. Tegen 890 miljoen in 2014. De markt verdubbelde bijna. Ter oriëntatie: Nederlanders besteden 60 miljard euro aan eten, waarvan 5,5 miljard aan vlees. Dat foodbezorging zo sterk groeit, is vooral te danken aan de digitale technologie. Vlees van Schotse Hooglanders is vanuit de luie stoel net zo simpel zu haben als hippe muiltjes van Zalando.
Vleesniche
Aan de digitale winkelstraat zitten tientallen vleesverkopers. Zoals webshops van generatiesoude lokale slagerijen. Daarnaast zijn er veel nieuwkomers. Vleesleveranciers met hun eigen niche. Scharrelvlees, biovlees, barbecuevlees, halalvlees. Vees van regionale teelt of van specifieke rassen. Vlees van beesten die door consumenten zijn geadopteerd. Ja, niches. Maar een niche kan dankzij internet snel uitgroeien tot een partij die de bestaande markt verstoort. Verkoopcijfers van digitaal vlees ontbreken. Eén digitale partij claimt 25 duizend klanten en een jaarlijkse groei van 20 tot 30 procent.
Luie afhalers
Ik moet denken aan mijn buurman. Die haalt sinds jaar en dag een viertel Kuh bij een Duitse boer over de grens. Een kwart koe dus voor in de diepvries. Ja, die haalt hij. Zoals ouderen nog vlees halen bij de slagerij. Maar steeds meer afhalers willen op hun wenken bediend worden aan hun eigen voordeur. Als slagerijen luie afhaalklanten niet willen verliezen, rest er maar één goede raad. Zet bij de consument thuis een koe in de gang.